American Audio - www.americ anaudio.eu – UCD-2 00 – Gebruikershand leiding pagina 4
Belangrijke veiligheidsinstructies
LET OP!
Gevaar voor ele ktrische
schok! Niet openen!
Dit symbool waarschuwt de gebrui ker voor
ongeïsoleerde onderdelen in het apparaat waar
spanning op staat. Het negeren van dit symbool kan
ernstig letsel, een ongeval of de dood tot gevolg
hebben.
Pas op: teneinde het risico van een elektrische schok
te verkleinen mag de behuizing niet worden g eopend.
Reparaties of veranderingen mogen niet door
gebruikers worden uitgevoerd. Wendt u zich tot een
erkende American Audio dealer.
Dit symbool geeft aan dat er in de handleiding
belangrijke informatie staat voor gebrui k en
onderhoud. Het negeren van deze informatie kan
leiden tot persoonlijk letsel of beschadiging va n het
product.
BELANGRIJKE VE ILIGHEIDSINST RUCTIES
AARDING EN P OLARITEIT
⋅ Beschikt het apparaat over een gepolariseerde
steker, die maar op een manier in de conta ctd oos
past waardoor de polariteit gehandhaafd blijft ( de pi n
is breder dan gebruikelijk), dan is deze ste kker alleen
geschikt voor gepolariseerde stopcontacten. Indien
de steker niet in het stopcontact past dient deze door
een elektricien te worden vervangen. Er mag GEEN
pin worden verwijderd omdat dan de
veiligheidsfunctie van de gepolariseerde steker komt
te vervallen.
⋅ Beschikt het apparaat over een steker m et
randaarde, die aan de zijkant van de steker twee
metalen plaatjes heeft voor de aarding, dan is di e
steker alleen geschikt voor stopcontacten met
randaarde. Dit is ter verbetering van de veilighei d. Als
de steker niet in het stopcontact past, dient hij door
een elektricien te worden vervangen. Indien de steker
over drie pinnen beschikt, mag er geen pin worden
verwijderd omdat dan de veiligheidsfunctie van de
stekker komt te vervallen.
BESCHERM ING VAN DE K ABEL
– Leg de
kabel dusdanig neer, dat er niet over gelopen word
en de kabel niet wordt bekneld. Let in het bi jzonder
op de kabel in de buurt van de stekker, extra
stopcontacten en daar waar de kabel in de behui zing
van het apparaat gaat.
AARDING VAN D E BUITENANTEN NE
–
Indien het apparaat op een buitenantenne wor dt
aangesloten dient u zich ervan te overtuigen dat de
buitenantenne is geaard en dusdanig is aangeslo ten
dat er geen gevaar is voor elektrische schok en /of
wrijvingsspanning. De buitenantenne moet conform
de bestaande wettelijke veiligheidseisen geaard
worden. Zie tekening A.
BLIKSEM
– Om het apparaat bij onweer, en i ndien
het voor langere tijd niet wordt gebruikt, te
beschermen, dient de netspanning, de anten ne, of de
kabel uitgetrokken te worden. Zo wordt schade bi j
bliksem of bij inslag op het elektriciteitsnetwerk
voorkomen.
HOOGSPANNINGS KABELS
– De
buitenantenne mag niet in de buurt van
hoogspanningskabels, onder elektrische verlichti ng,
noch op een andere stroomvoorziening of een plaats
worden aangesloten waar de antenne op de
installatie kan vallen. Let bij de montage op dat de
antenne niet in aanraking komt met andere
apparatuur die op het elektriciteitsnet is aangeslot en .
Dit kan levensgevaarlijk zijn en leiden to t e lektrische
schok.
OVERBELAS TING
– Ter voor koming van
brandgevaar en elektrische schok, dient u n iet teveel
apparaten op een stopcontact aan te sluiten.
VREEMDE VOORWERPEN EN
OVERSTROMIN G
– Geen vree m de voorwerpen
in het apparaat steken. Ze kunnen in aanra kin g
komen met niet-geïsoleerde stroomgeleidende
onderdelen en een elektrische schok of brand
veroorzaken. Het apparaat mag NIET aan
vloeistoffen worden blootgesteld.
SERVICE
– De gebruiker mag het apparaat ni et
zelf repareren. Zowel het openen als verw ijderen van
de behuizing kan leiden tot een elektri sche schok of
ander gevaar. Reparaties dienen door gekwalifice erd
personeel te worden uitgevoerd.
SCHADE/REP ARATIE
– Bij de volge nde
aandachtspunten dient u de stekker uit het
stopcontact te halen en het apparaat door hiervoor
gekwalificeerd personeel te laten repareren:
• Indien de kabel of de stekker is
beschadigd.
• Indien er vloeistof of vreemde
voorwerpen in het apparaat zijn
gekomen of geraakt.
• Indien het apparaat aan regen of water
is blootgesteld.
• Indien het apparaat niet naar behoren
functioneert terwijl de
bedieningsinstructies zijn opgevolgd.
Voer alleen die handelingen uit, die zijn
beschreven in de
gebruikershandleiding. Onjuist gebrui k
kan leiden tot schade en
disfunctioneren en vereist reparatie
door een hiervoor gekwalificeerd
reparateur.
• Indien het apparaat is gevallen of op
een andere wijze is beschadigd.
• Indien er sprake is van wezenlijk
verschil in functioneren ten opzichte
van eerder gebruik – dit duidt op
noodzakelijk onderhoud.
ONDERDELEN
– Indie n onderdelen vervangen
dienen te worden, let dan op dat de servicemonteur
originele onderdelen gebruikt of onderdelen d ie
voldoen aan de specificaties van de originele
onderdelen. Gebruik van andere onderdelen kan
leiden tot brand, elektrische schok of ander gevaar.
VEILIGHEIDSTES T
– Na onderh oud en reparatie
dient u de reparateur te verzoeken een
veiligheidscontrole en een functiecontrole uit te
voeren, om de juiste functie van het apparaat te
garanderen.
WAND- EN PL AFONDMONTA GE
– Het
apparaat dient niet aan een wand of plafond
bevestigd te worden.
TEMPERATUUR
– Het appara at verwijderd
houden van warmtebronnen zoals radiatoren,
verwarmingselementen, ovens en andere apparat uur
(incl. versterkers) die hitte produceren.
HANDLEIDING LEZEN
– Leest u voor de
ingebruikname van het apparaat aandachtig alle
veiligheidsaanwijzingen en de gebrui kershand leiding
door.
BEWAREN H ANDLEIDING
– De
gebruikershandleiding bewaren voor toe kom stig
gebruik.
WAARSCHUWIN GEN IN ACHT NEMEN
–
Let goed op waarschuwingstekens op het apparaat
en in de gebruikershandleiding.
HANDLEIDING IN ACHT NEMEN
– Vol g de
aanwijzingen in de gebruikershandleiding.
REINIGEN
– Het appara at mag alleen met een
stofdoek of een zachte droge doek worden
afgenomen. Geen meubelreinigers, benzine,
insecticide of andere reinigingsmiddelen met
oplosmiddelen gebruiken. Deze kunnen de behuizing
aantasten.
AANSLUITEN R ANDAPPAR ATUUR
– Geen
randapparatuur of toebehoren aansluiten die ni et
door de fabrikant worden aanbevolen in verband met
mogelijk gevaar.
WATER EN V OCHT
– Het apparaat mag NIET in
de buurt van water worden gebruikt. Bijv. bij het bad ,
de wastafel, de spoelbak, in vochtige kelders, in de
buurt van een zwembad en dergelijke plaatsen.
ACCESOIRES
– Het appara at m ag niet op een
instabiele ondergrond geplaatst worden . Het
apparaat kan vallen en daarbij ernstig let sel
toebrengen bij kinderen of volwassenen. Het
apparaat kan beschadigd raken. Gebruik uitsluitend
statieven, plateaus, tafels of trolleys die door de
fabrikant worden aanbevolen of worden m eegeleverd
met het apparaat. Volg bij het installeren de
montagevoorschriften van de fabrikant en gebruik de
meegeleverde materialen.
TRANSPORTW AGEN
– Vervoer het apparaat
voorzichtig op de wagen. Vermijd abrupt stoppen,
buitensporige krachtontwikkeling en een ongelijke
ondergrond ter voorkoming van het omvallen van de
wagen met de apparatuur.
VENTILATIE
– Openi ngen en roosters dienen de
noodzakelijk ventilatie en een goed functioneren van
het apparaat, ter voorkoming van oververhitting en
mogen derhalve niet worden afgedekt of ver stopt.
Het apparaat mag niet op bed, bank, tapijt of
vergelijkbare zachte ondergrond worden geplaatst.
Het apparaat mag niet in de boekenkast of in een rek
worden ingebouwd, tenzij de ventilatie ge waarborgd
is of de montage conform de aanwijzingen va n de
fabrikant is uitgevoerd.
STROOMVOORZ IENING
– Het appara at m ag
uitsluitend worden aangesloten op de genoemde
netspanning, vermeld op het typeplaatje. Bij twijfel
altijd de verkoper van het apparaat raadple ge n of
neem contact op met uw energieleverancier.
PLAATSEN
– Het appara at moet op een stabiele
ondergrond worden geplaatst.
BUITEN GEBRUIK
– Indie n het apparaat langere
tijd niet wordt gebruikt, trek dan de stekker uit het
stopcontact.
Figuur A