Hoofdstuk 32 Voorzieningen voor mensen met een beperking 128
U kunt op verschillende manieren VoiceOver-bewegingen maken. U kunt bijvoorbeeld tikken
met twee vingers van één hand of met één vinger van elke hand. U kunt ook uw duimen
gebruiken. Veel gebruikers vinden gesplitst tikken heel handig: hierbij raakt u een onderdeel aan
en houdt u dit met één vinger vast terwijl u met uw andere vinger op het scherm tikt (in plaats
van een onderdeel te selecteren en vervolgens tweemaal te tikken). Probeer de verschillende
manieren om te bepalen welke manier het best voor u werkt.
Als uw bewegingen geen eect hebben, probeert u de bewegingen sneller uit te voeren. Dit is
vooral belangrijk bij tweemaal tikken en vegen. Bij vegen strijkt u snel met uw vinger of vingers
over het scherm. Als VoiceOver is ingeschakeld, verschijnt de knop 'Oefenen met Voice Over',
waarmee u de VoiceOver-bewegingen kunt oefenen.
VoiceOver-bewegingen oefenen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'VoiceOver' en tik vervolgens op 'Oefenen met VoiceOver'. Tik op 'Gereed' wanneer u klaar bent
met oefenen. Als de knop 'Oefenen met Voice Over' niet zichtbaar is, controleert u of VoiceOver
is ingeschakeld.
Een overzicht van de belangrijkste VoiceOver-bewegingen:
Navigeren en lezen
•
Tikken: Het onderdeel uitspreken.
•
Naar links of rechts vegen: Het volgende of vorige onderdeel selecteren.
•
Omhoog of omlaag vegen: Is afhankelijk van de instelling van de rotorbesturing. Zie De
rotorbediening van VoiceOver gebruiken op pagina 12 9.
•
Met twee vingers tikken: Uitspreken van het huidige onderdeel stoppen.
•
Met twee vingers omhoog vegen: Alles vanaf boven in het scherm voorlezen.
•
Met twee vingers omlaag vegen: Alles vanaf de huidige positie voorlezen.
•
Zigzaggen met twee vingers: Twee vingers driemaal snel heen en weer bewegen (in de vorm
van een 'z' ) om een melding te laten verdwijnen of terug te gaan naar het vorige scherm.
•
Omhoog of omlaag vegen met drie vingers: Eén pagina tegelijk scrollen.
•
Naar links of rechts vegen met drie vingers: Naar de volgende of vorige pagina gaan
(bijvoorbeeld in het beginscherm, in Aandelen of in Safari).
•
Met drie vingers tikken: Extra informatie uitspreken, zoals de positie in een lijst en of er tekst
is geselecteerd.
•
Met vier vingers tikken boven in het scherm: Het eerste onderdeel op de pagina selecteren.
•
Met vier vingers tikken onder in het scherm: Het laatste onderdeel op de pagina selecteren.
Activeren
•
Tweemaal tikken: Het geselecteerde onderdeel activeren.
•
Driemaal tikken: Tweemaal tikken op een onderdeel.
•
Gesplitst tikken: Een onderdeel activeren door met één vinger op het onderdeel te tikken
terwijl u met een andere vinger op het scherm tikt (in plaats van een onderdeel te selecteren
en vervolgens tweemaal te tikken).
•
Tweemaal tikken en vasthouden (1 seconde) + standaardbeweging: Een standaardbeweging
gebruiken. Door tweemaal te tikken en vast te houden geeft u aan dat de iPhone de volgende
beweging als standaardbeweging moet interpreteren.. U kunt bijvoorbeeld tweemaal tikken
en vasthouden en vervolgens, zonder uw vinger op te tillen, met uw vinger slepen om een
schakelaar te verschuiven.