Bijlage A Toegankelijkheid 167
Tekst selecteren: Stel de rotor in op 'Wijzig', veeg omhoog of omlaag om 'Selecteer' of 'Selecteer
alles' te selecteren en tik vervolgens dubbel. Als u 'Selecteer' hebt gekozen en vervolgens dubbel
tikt, wordt het woord geselecteerd dat zich het dichtst bij het invoegpunt bevindt. Om de
selectie uit te breiden of te beperken, zigzagt u met twee vingers om het venstermenu te sluiten
en knijpt u vervolgens.
Knippen, kopiëren of plakken: Stel de rotor in op 'Wijzig', selecteer de tekst, veeg omhoog of
omlaag om 'Knip', 'Kopieer' of 'Plak' te selecteren en tik vervolgens dubbel.
Herstellen: Schud de iPhone, veeg naar links of rechts om de bewerking te selecteren die u wilt
herstellen en tik vervolgens dubbel.
Een speciaal teken invoeren: Selecteer in de modus 'Normaal typen' het normale teken, tik
vervolgens dubbel en houd het teken vast totdat u een geluid hoort dat aangeeft dat de
speciale tekens beschikbaar zijn. Sleep naar links of rechts om tekens te selecteren. Het teken
in kwestie wordt uitgesproken. Laat de toets los om het geselecteerde teken in te voeren. In
de modus 'Typen met één tik' houdt u uw vinger op een teken totdat de alternatieve tekens
worden weergegeven.
De toetsenbordtaal wijzigen: Stel de rotor in op 'Taal' en veeg omhoog of omlaag. Kies
'Standaardtaal' om de taal te gebruiken die in de instellingen van 'Taal en regio' is opgegeven.
De taalrotor verschijnt alleen als u meerdere talen hebt geselecteerd bij 'Instellingen' >
'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Spraak'.
Met uw vinger schrijven
In de handschriftmodus kunt u tekst invoeren door met uw vinger tekst op het scherm te
schrijven. Naast de standaardmethode voor het invoeren van tekst kunt u de handschriftmodus
gebruiken om uw iPhone-toegangscode zonder geluid in te voeren of apps vanuit het
beginscherm te openen.
De handschriftmodus inschakelen: Gebruik de rotor om 'Handschrift' te selecteren. Als
'Handschrift' niet wordt weergegeven in de rotor, tikt u op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'VoiceOver' > 'Rotor' en voegt u 'Handschrift' toe.
Een tekentype kiezen: Veeg omhoog of omlaag met drie vingers om kleine letters, cijfers,
hoofdletters of interpunctie te kiezen.
Horen welk tekentype momenteel is geselecteerd: Tik met drie vingers.
Een teken invoeren: Volg het teken op het scherm met uw vinger.
Een spatie invoeren: Veeg met twee vingers naar rechts.
Naar een nieuwe regel gaan: Veeg met drie vingers naar rechts.
Het teken vóór het invoegpunt verwijderen: Veeg met twee vingers naar links.
Een onderdeel in het beginscherm selecteren: Begin de naam van het onderdeel te schrijven.
Als er meerdere onderdelen worden aangeboden, blijft u de naam spellen totdat u het juiste
onderdeel overhoudt, of veegt u met twee vingers omhoog of omlaag om het juiste onderdeel
te selecteren.
Toegangscode invoeren zonder geluid: Stel de rotor in op 'Handschrift' in het
toegangscodescherm en schrijf de tekens van uw toegangscode.
Naar een letter in een tabelindex gaan: Selecteer de index rechts van de tabel en schrijf
de letter.