Bijlage A Toegankelijkheid 185
•
'Automatisch scannen' uitschakelen (als u een schakelaar van het type 'Ga naar volgend
onderdeel' hebt toegevoegd)
•
Aanpassen hoe snel onderdelen worden gescand
•
Instellen dat het scannen wordt gepauzeerd bij het eerste onderdeel in een groep
•
Aangeven hoe vaak het scherm moet worden doorlopen voordat 'Schakelbediening' wordt
verborgen
•
'Tik automatisch' in- of uitschakelen en het interval instellen voor het uitvoeren van een
tweede schakelaaractie om het bedieningsmenu weer te geven
•
Aangeven of een bewegingsactie moet worden herhaald wanneer u een schakelaar ingedrukt
houdt en hoelang moet worden gewacht voordat de actie opnieuw wordt uitgevoerd
•
Aangeven of en hoelang u een schakelaar ingedrukt moet houden voordat de actie van de
schakelaar wordt uitgevoerd
•
Onbedoelde herhaalde activeringen van schakelaars negeren in 'Schakelbediening'
•
De snelheid van puntscans aanpassen
•
Geluidseecten inschakelen of instellen dat onderdelen tijdens het scannen hardop worden
voorgelezen
•
Aangeven welke onderdelen in het menu 'Schakelbediening' moeten worden weergegeven
•
Instellen of onderdelen moeten worden gegroepeerd tijdens het scannen van onderdelen
•
De selectiecursor groter maken of een andere kleur geven
•
Bewaarde gebaren opslaan in het bedieningsmenu (in 'Gebaren' > 'Bewaard')
Schakelbediening specieker instellen: Kies 'Instellingen' uit het bedieningsmenu om de
volgende handelingen uit te voeren:
•
De scansnelheid aanpassen
•
De locatie van het bedieningsmenu wijzigen
•
Schakelen tussen de onderdeelscanmodus en de puntscanmodus
•
Aangeven of u in de puntscanmodus een kruiscursor of een raster wilt weergeven
•
De scanrichting omkeren
•
Geluids- of spraakbegeleiding in- of uitschakelen
•
Groepen uitschakelen zodat onderdelen één voor één worden gescand
AssistiveTouch
Met AssistiveTouch kunt u de iPhone gebruiken als het scherm aanraken of het drukken op de
knoppen moeilijk gaat. U kunt AssistiveTouch zonder accessoire gebruiken om bewegingen te
maken die voor u lastig zijn. U kunt ook de iPhone bedienen met een aanpassingsaccessoire
(zoals een joystick) en AssistiveTouch.
Via het AssistiveTouch-menu kunt u onder meer de volgende taken uitvoeren door te tikken (of
de actie uit te voeren die op uw accessoire voor tikken is ingesteld):
•
Op de thuisknop drukken
•
Siri inschakelen
•
Bewegingen met meerdere vingers maken
•
Bedieningspaneel of Berichtencentrum openen
•
Het volume van de iPhone aanpassen
•
De iPhone schudden