Bijlage A Voorzieningen voor mensen met een beperking 127
•
Het scaninterval aanpassen
•
Instellen dat het scannen wordt gepauzeerd bij het eerste onderdeel in een groep
•
Aangeven hoe vaak het scherm moet worden doorlopen voordat 'Schakelbediening' wordt
verborgen
•
'Tik automatisch' in- of uitschakelen en het interval instellen voor het uitvoeren van een
tweede schakelaaractie om het bedieningsmenu weer te geven
•
Aangeven of een bewegingsactie moet worden herhaald wanneer u een schakelaar ingedrukt
houdt en hoelang moet worden gewacht voordat de actie opnieuw wordt uitgevoerd
•
Aangeven of en hoe lang u een schakelaar ingedrukt moet houden voordat de actie van de
schakelaar wordt uitgevoerd
•
Onbedoelde herhaalde activeringen van schakelaars negeren in 'Schakelbediening'
•
De snelheid van puntscans aanpassen
•
Geluidseecten of spraak inschakelen
•
De onderdelen selecteren die u in het menu wilt weergeven
•
De selectiecursor zichtbaar groter maken of een andere kleur geven
•
Instellen of onderdelen moeten worden gegroepeerd tijdens het scannen van onderdelen
•
Aangepaste bewegingen bewaren die u kunt kiezen in het gedeelte 'Actie' uit het
bedieningsmenu
Schakelbediening specieker instellen: Kies 'Instellingen' uit het bedieningsmenu om de
volgende handelingen uit te voeren:
•
De scansnelheid aanpassen
•
De locatie van het bedieningsmenu wijzigen
•
Schakelen tussen de onderdeelscanmodus en de puntscanmodus
•
Aangeven of u in de puntscanmodus een kruiscursor of een raster wilt weergeven
•
De scanrichting omkeren
•
Geluids- of spraakbegeleiding in- of uitschakelen
•
Groepen uitschakelen zodat onderdelen één voor één worden gescand
AssistiveTouch
Met AssistiveTouch kunt u de iPod touch gebruiken als het scherm aanraken of het drukken
op de knoppen moeilijk gaat. U kunt de iPod touch bedienen met een aanpassingsaccessoire
(zoals een joystick) en AssistiveTouch. U kunt AssistiveTouch ook gebruiken zonder accessoire om
bewegingen te maken die lastig zijn voor u.
AssistiveTouch inschakelen: Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' >
'AssistiveTouch'. Om met de thuisknop AssistiveTouch in of uit te schakelen, tikt u op
'Instellingen' > 'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'Activeringsknop'.
De aanraaksnelheid aanpassen (met aangesloten accessoire): Tik op 'Instellingen' >
'Algemeen' > 'Toegankelijkheid' > 'AssistiveTouch' > 'Aanraaksnelheid'.
Het AssistiveTouch-menu tonen of verbergen (met aangesloten accessoire): Klik op de
secundaire knop op het accessoire.
De menuknop verplaatsen: Sleep de knop naar een willekeurige plek op het scherm.
De menuknop verbergen (met aangesloten accessoire): Tik op 'Instellingen' > 'Algemeen' >
'Toegankelijkheid' > 'AssistiveTouch' > 'Toon menu altijd'.