4
gebruik en onderhou d RSV mille TUONO - RSV mi lle R TUONO
ALGEMENE INHOUD
VEILIG RIJDE N................. ............. ............. ........... .....5
BASISREGELS VOOR DE VEI LIGHEID ............. .6
KLEDING .... ........... ............. .......... ............. ........... 9
ACCESSOIR ES .......... .......... ............. ........... ......1 0
LADING ....... ........... ............. ............. .......... ......... 10
PLAATSING VAN DE HOOFDELEMENTEN ... 12
PLAATSING VAN DE HOOFDELEMENTEN ... 14
PLAATSING VAN DE
INSTRUMENTEN/BEDIENINGSELEMENTEN ..... ...16
INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES ......... 17
TABEL INSTR UMENTEN
EN CONTROLELAM PJES ............ ............. ......... 18
MULTIFUNCTIONE LE COMPUTE R ............ ......2 0
BELANGRIJKSTE ONAFHANKELIJKE
BEDIENINGSELEMENTEN ..... ............. .......... ......... 26
BEDIENIN GSELEMEN TEN
OP DE LINKERSTUURHELFT ........................ ...26
BEDIENIN GSELEMEN TEN
OP DE RECHTER STUURHELFT . ............. ......... 27
CONTACTSCH AKELAAR .. ............. ............. ......2 8
STUURSLOT ........................................... ...........28
ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN
VAN HET PASSAG IERSZADE L ... ............. ......... 29
HANDSCHOEN- /GEREEDSCHAPSSETK ASTJE 29
BEVESTIGINGSHAKEN V AN DE
BAGAGEDRA GER ................ ........... ............. ......3 0
SPECIAAL GEREEDS CHAP ............ ........... 31
ACCESSOIR ES .......... .......... ............. ........... ......3 1
VERLENGSTUK VOOR
KENTEKENPLAATHOUDER .............. ......... 31
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN ........... ........... ...32
BRANDSTOF ... .............. ............. ............. .......... .32
REMVLOEIST OF - AANBEVEL INGEN ........... ...33
SCHIJFREMMEN .. .......... ............. ............. ......... 34
VOORREM . ............. ............. ........... ............. ...... 35
ACHTERREM .. ........... ............. .......... .............. ...36
KOPPELINGSVLOEISTOF - AANB EVELINGEN . 37
KOPPELING ............ ........... ............. .......... ......... 38
KOELVLOEI STOF ......... .......... ............. ........... ...39
BANDEN ........ ............. .......... ............. .............. ...41
MOTOROLIE ........... ............. ........... ............. ...... 42
AFSTELLEN VAN DE VOORREMHENDEL
EN DE KOPPELINGS HENDEL ......... .............. ...43
AFSTELLEN VAN DE SP ELING
VAN HET ACHTERREMPE DAAL ................... ...43
AFSTELLEN VAN HET
ACHTERREMPEDAAL EN HET
VERSNELLI NGSPEDAAL .. .......... ............. ......... 44
VERSIE MET AUTOMATISCHE
LICHTONTSTEKING ........ ........... ............. ... 44
UITLAATDEMP ER/UITLAATP IJP ........ ........... ... 44
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK .............. ........... ... 45
OP- EN AFS TAPPEN ........... .......... ............. ...... 45
CONTROLES VOORAF ........ ............. .......... ...... 47
TABEL MET CO NTROLES VOO RAF ............. ... 48
STARTEN ..... ............. ........... ............. .......... ...... 49
VERTREKKEN EN RIJDEN .............. ................ . 52
INRIJDEN .... ............. ............. ............. .......... ...... 55
STOPPEN ..... ........... ............. .......... ............. ...... 56
PARKEREN ..... .......... ............. ........... ............. ... 56
DE MOTORFIETS OP DE
STANDAARD Z ETTEN ...... ........... ............. ........ 57
RAADGEVINGEN TER VOORKO MING
VAN DIEFSTAL ........ ............. .......... ............. ...... 57
ONDERHOUD ................. ............. ........... ............. ... 58
ONDERHOUDSSCHEM A .......... ............. ........... 59
IDENTIFICATIEG EGEVENS .. ............. .............. 6 1
KOPPELINGEN MET KLIKKLEMMEN EN
SLANGKLEMMEN MET SCHROEF .................. 61
CONTROLEREN VAN HET
MOTOROLIEPE IL EN BIJVULLEN ......... ........... 61
VERVERSEN VAN DE MOTOROLIE EN
VERVANGEN V AN HET OLIEFI LTER .............. 63
LUCHTFILTER . .......... ............. ............. ........... ... 65
DE PENNEN VOOR DE ACHTERSTE
STANDAARD MONTEREN ......... ............. ... 66
DE MOTORFIETS OP DE ACHTERSTE
STANDAARD ZETTEN ........ .......... .............. 66
DE MOTORFIETS OP DE VOORSTE
STANDAARD ZETTEN ........ .......... .............. 66
VOORWIEL ........ .............. .......... ............. ........... 67
VOORREMKLA UWEN ..... ............. ............. ........ 69
ACHTERWI EL .......... ............. .......... ........... ........ 70
AANDRIJFKETTING .......................................... 73
DEMONTEREN VAN HET ZADEL
VAN DE RIJDER ........................ ............. ........... 75
OMHOOG ZETTEN VAN DE
BRANDSTOFTANK . ............. ............. ............. ... 75
VERWIJDEREN VAN DE
ZIJMOTORSCHE RMEN ....... ............. ............. ... 76
VERWIJDEREN VAN HET
ONDERSTE MOTO RSCHERM ...... ............. ...... 76
VERWIJDEREN VAN DE ZIJ KAPPEN ........ ...... 76
VERWIJDEREN VAN DE
ACHTERUITKIJKSPIEG ELS ......... ............... ..... 77
VERWIJDEREN VAN HET
VOORSTE MOTO RSCHERM ............ ............. ... 78
VERWIJDEREN VAN DE ZIJSTANDAARD ...... 79
CONTROLEREN VAN DE VOOR-EN DE
ACHTERWI ELOPHANGI NG ......... .......... ........... 81
VOORWIELO PHANGING .... ........... ............. ...... 81
ACHTERWI ELOPHANGI NG ........... .......... ......... 85
CONTROLEREN VAN DE SLIJTAGE
VAN DE REMBLOKJ ES .. .......... ............. ........... . 8 7
AFSTELLEN VAN DE CHOKE-HENDE L () ..... 88
AFSTELLING VAN HET STATIONAIRE
TOERENTAL ........... ............. ........... ............. ...... 88
AFSTELLEN VAN DE GA SHENDEL ... ............. . 88
BOUGIES ...... .......... ............. ............. ........... ...... 89
CONTROLEREN VAN DE ZIJSTANDAARD
EN DE VEILIGHEIDS SCHAKELAAR ............. .... 91
ACCU ...... ........... ............. .......... ............. ........... . 9 2
CONTROLEREN EN REINIGEN VAN DE
ACCU-AANS LUITINGEN .. .............. .......... ......... 92
DEMONTEREN VAN DE ACCU .......... .............. 93
CONTROLEREN VAN HET ELEKTROLYTPEIL 94
OPLADEN VAN DE AC CU .............. ............. ...... 94
MONTEREN VAN DE ACCU .......... ............. ...... 95
NA LANGE INACTIVITEIT VAN DE ACCU ........ 96
CONTROLEREN VAN DE SCHAKEL AARS ...... 96
VERVANGEN VA N DE ZEKER INGEN ........ ...... 97
AFSTELLEN VAN DE VE RTICALE
LICHTBUNDEL VAN DE KOPLAMP ......... ......... 99
GLOEILAMP EN ....... .......... .............. ............. .... 100
VERVANGEN VAN DE LAMPJES
VAN HET DASHBOAR D ................. .......... ....... 100
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN
VAN DE KOPLAMP ......... ............. ............. ....... 101
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN DE
VOORST E EN ACHTE RSTE
RICHTINGAANWIJ ZERS ..... ............. ............. .. 103
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN
VAN HET ACHTERLICHT ............ ............. ....... 104
VERVOER ..... ............. ............. ........... ............. ....... 105
REINIGING .............. .......... ............. ........... ............ 1 05
LANGE PERIOD E VAN STI LSTAND ............... 107
TECHNISCHE GEGEVENS .... .............. .......... ....... 108
SMEERMIDDEL ENTABEL ...... .......... ............. .. 113
OFFICIËLE DEALERS EN SERV ICECENTRA 114
IMPORTEUR S ............. ............. ........... ............ 11 6
ELEKTRISCH SCHEMA -
RSV TUONO mille - RSV TUONO mille R ....... 118
LEGENDA ELEKTRISCH SCHEMA -
RSV TUONO mille - RSV TUONO mille R ....... 119
ELEKTRISCH SCHEMA -
RSV TUONO mille -
RSV TUONO mille R ........... ........... ............ 120
LEGENDA ELEKTRISCH SCHEMA -
RSV TUONOmille -
RSV TUONOmille R ............ ........... ............ 1 21