wasmiddellade weer in z’n geheel naar binnen
geschoven worden en mag, zolang de machine zich met
water vult, niet meer uitgetrokken worden. Het verdient
aanbeveling, door het regelmatig afspoelen met water,
de vakken (reservoirs) te reinigen van eventueel
aangekoekte wasmiddelresten.
- Om vak 3 schoon te maken, eerst de zeeplade uit de
machine verwijderen, haal daarna het losse inzetstuk dat in
dit vak is geplaatst er af door het aan de achterkant op te
tillen. Plaats het inzetstuk na het schoonmaken weer terug.
- U kunt de wasmiddellade (fig. 6) uit het apparaat halen door
de lade, tot de stuit, naar voren te trekken. Daarna de
ontgrendelingsnok van de lade (zie fig. 6) rechtsachter
in
drukken en de lade uit het apparaat halen. Na het
schoonmaken van de wasmiddellade deze in de machine
terugplaatsen door het opnieuw indrukken van de
ontgrendelingsnok (PUSH) om daarna de lade in het
apparaat terug te schuiven.
Gebruik van wasmiddel
Gebruik alleen schuimremmende wasmiddelen die
speciaal voor trommelwasmachines in de handel zijn.
De hoeveelheid kunt u van de verpakking aflezen.
Voor bonte was, kreukherstellende was, fijne was en
wolwas raden wij u aan een speciaal wasmiddel te nemen.
Voor de nabehandeling dient u bij voorkeur vloeibare
middelen te gebruiken (wasverzachter).
De hoeveelheid wasmiddel hangt af van:
a. De hoeveelheid was.
b. De vuilgraad van uw was.
AWV-150E 21
kan overbelasting van de motor tot gevolg hebben.
Wij adviseren, uit milieu oogpunt, om een wasbeurt zoveel
mogelijk met volle belasting in plaats van wasbeurten met
gedeeltelijke belasting uit te voeren.
Wasmiddellade
De wasmiddellade heeft drie vaste vakken (zie fig.6):
1. Voor bio- en voorwas.
2. Voor hoofdwas.
3. Voor naspoelmiddel/wasverzachter.
- Om de vakken te kunnen vullen dient de wasmiddellade,
tot aan de blokkade, te worden uitgetrokken.
- De vakken worden voor het begin van het wasprogramma
gevuld.
- Voor het in werking stellen van de machine moet de
20 AWV-150E