16
Nederlands
LIJST VA N AFBEELDINGEN
A RXW8OM Quik Bridge
®
Uitgangsmodule
B Voornaamste
Quik Bridge
®
componenten
C
Quik Bridge
®
uitgangen
D Ontvanger-LED’s
E1 V erwijderen van de deksel van de
Quik Bridge
®
E2 V astschroeven van de deksel
F Posities van de montagegaten van de behuizing
G Aansluiten van de
Quik Bridge
®
op het bediendeel en de ontvanger
H Aansluiting van de voeding aan de
Quik Bridge
®
J1 Bedradingsschema voor gecontroleerde zone
J2 Bedradingsschema voor een niet-gecontroleerde zone
J3 Bedradingsschema bij gebruik van een relais
J4 Bedradingsschema voor de cd panelen
K Voorbeeld van een configuratie
PRODUCTBESCHRIJVING
De RW8OM Quik Bridge
®
Uitgangsmodule in combinatie met de RF868
draadloze ontvanger biedt de mogelijkheid 8 draadloze zenders te gebruiken
op de bedrade ingangen van een controlepaneel. De module kan zo worden
geprogrammeerd dat de toestand van één zender of een aant al zenders wordt
weergegeven. De
Quik Bridge
®
is tevens uitgerust met 8 LED's die de actuele
status van de geprogrammeerde uitgangen weergeven.
De Quik Bridge
®
is uitgerust met de volgende voorzieningen:
• 8 programmeerbare zone-uitgangen (N/C of N/O). Deze kunnen de
zoneverstoring, sabotageaanduiding weergeven voor alle zones,
ontvangstcommunicatiestoring / -blokkering voor de RF868 Ontvanger en
sabotage met de kast voor de RF868 Ontvanger of
Quik Bridge
®
Uitgangsmodule.
• 8 zone-LED’ s die de gesloten en verstoringsstatus van de zones aangeven.
• Seriële bus voor de verbinding van de Quik Bridge
®
met de RF868
Ontvanger en met een CSx75 LCD-bediendeel. Het CSx75 LCD-bediendeel
wordt slecht s tijdelijk gebruikt voor de programmering en kan na het
programmeren van de
Quik Bridge
®
weer worden afgekoppeld. Het
controlep aneel kan de
Quik Bridge
®
van voeding voorzien. De DA T A-lijn
mag NIET worden teruggekoppeld naar het controlepaneel omdat dit
schade kan veroorzaken aan uw controlepaneel.
• 2 storings-LED’ s, die lage accuspanning, controlestoringen, sabot age-
storingsfouten aangeven, en een spannings-LED die aangeeft of de
Quik Bridge
®
van voeding wordt voorzien.
• Ingebouwd EEPROM-geheugen dat de zender-ID’s en
programmeringsinformatie opslaat in een niet-vluchtig geheugen wanneer
de voeding wegvalt. Hierdoor zal de programmeringsinformatie niet
verloren gaan.
Zendercap aciteit
Alle huidige ARITECH Learn Mode™ zenders (868,6 MHz).
Op welke panelen kan ik deze Quik Bridge
®
toepassen?
De Quik Bridge
®
is te gebruiken in combinatie met controlepanelen met
bedrade zones waarbij de negatieve kant van de zone geaard is, ook wel
gemeenschappelijke lusaarding genoemd.
De lusontvanger is niet rechtstreeks te gebruiken met bekrachtigde lussen (2-
dradige rookmelderlussen en glasbreukdetectorlussen). Als de lus op het
controlepaneel een detector kan voeden, mag deze niet recht streeks worden
verbonden met de lusontvanger . V oor de verbinding met bekrachtigde lussen
is een relais noodzakelijk (zie afbeelding J3).
T esten van de combinatie Quik Bridge
®
en het Controlepaneel
Bij bedrade lussen is de negatieve (-) zijde van de lus doorgaans
gemeenschappelijk met de aarding. Als dit zo is en de lus is niet bekrachtigd,
moet de lus normaal compatibel zijn met de ontvanger .
Hoewel de meeste controlepanelen te gebruiken zijn met de open
collectoruitgangen van de
Quik Bridge
®
, moet elke lus op compatibiliteit
worden getest alvorens de
Quik Bridge
®
uitgangen te verbinden met de
lusingangen van het controlep aneel. Als de
Quik Bridge
®
niet rechtstreeks te
gebruiken is met een lus van het controlepaneel, kan een relais worden
gebruikt om dit toch tot stand te brengen.
Om te controleren of de negatieve zijde van de lus
gemeenschappelijk is met de aarding van het controlepaneel,
voert u de volgende test uit:
1 V erwijder de voeding van het controlepaneel.
2 Meet met een ohmmeter de weerstand tussen de negatieve zijde van de
lus en de paneelaarding. Als de weerstand nul of bijna nul is, moet deze
lus normaal te gebruiken zijn met de
Quik Bridge
®
. Als de weerstand niet
gelijk is aan nul, is een relais noodzakelijk.
Doe deze test voor alle lussen die met de
Quik Bridge
®
moeten worden
verbonden.
OVERZICHT VAN DE WERKING VA N DE QUIK BRIDGE
®
De Quik Bridge
®
werkt in combinatie met de RF868 Ontvanger en een
Controlepaneel.
Er zijn 8 zenders geregistreerd op de RF868 ontvanger die via de seriële bus
met de RF868
Quik Bridge
®
is verbonden. De signalen van de zenders naar de
RF868 Ontvanger worden via de bus doorgestuurd en toegewezen aan de
uitgangen op de RF868
Quik Bridge
®
. De uitgangen op de Quik Bridge
®
worden geprogrammeerd met de events die naar de ingangen op het
controlepaneel moeten worden gestuurd. De 8 uitgangen op de bus worden
naar de 8 ingangen op het controlepaneel bedraad. (Zie afbeelding B ).
Uitgangen
De RXW8OM Quik Bridge
®
Uitgangsmodule werkt met open-
collectortransistoren via de RF868 Ontvanger voor de zone- en
storingsuitgangen (zie afbeelding C ). De uitgangen kunnen open (hoge
impedantie) of gesloten (verbonden met de "-") zijn, hetgeen via de
programmering kan worden geconfigureerd als normaal gesloten (N/C) of
normaal open (N/O). Elke uitgang kan naar het controlepaneel worden bedraad.
LED-Indicatoren
De ontvanger is voorzien van 1 1 LED's: 8 zone-LED's (onderste rij),
een S pannings-LED, een LED voor Lage Batterij en een Controle-LED
(zie afbeelding D ).
Sp annings-LED-aanduidingen
T abel 1 geeft een overzicht van de spannings-LED-aanduidingen De spannings-
LED gaat branden zodra de Quik Bridge
®
wordt gevoed en de zelftests zijn
uitgevoerd. Als de zelftests van de
Quik Bridge
®
mislukken, gaat de spannings-
LED niet branden.
T abel 1: Spannings-LED-aanduiding
LED-aanduidingen voor storingen
De LED's geven 4 toestanden aan: verstoring, lage batterij, controlestoring en
sabotage-storing. Bij normale werking wordt alleen T oestand 1 aangeduid.
Zodra er een ongewone toestand optreedt, geven de LED's achtereenvolgens
T oestand 1, T oestand 2, T oestand 3 en T oestand 4 aan met een tussentijd van
2 seconden tussen elke toestand. Dit geeft alle noodzakelijke informatie.
T oestand 1: Om de verstoring van de zone vast te stellen
W anneer beide storings-LED's uit zijn, geven de zone-LED's alarminformatie
weer .
De zone-LED's gaan branden voor zones die verstoord zijn (in alarmtoestand).
De zone-LED's blijven uit voor zones die gesloten of niet in gebruik zijn.
T oestand 2: Om de supervisie vast te stellen
De controle-LED geeft aan wanneer 1 of meer zenders gedurende minstens
150 minuten geen signaal meer naar de ontvanger hebben gestuurd (lange
supervisietijd). De waarde 150 minuten kan worden gewijzigd via de locatie
195 in de Draadloze Ontvangstmodule. Dit wordt beschreven in het hoofdstuk
RF Supervisietijden voor België en Nederland (T abel 5). Wanneer een
controletoestand optreedt, begint de controle-LED synchroon te knipperen met
minstens 1 zone-LED. Controleer de overeenkomstige zonezender(s) op een
controlestatus. Als alle 8 de zone-LED's zich in deze toestand bevinden,
betekent dit dat de 868-ontvanger niet langer aangesloten is op de
Quik
Bridge
®
. In dat geval moet u de bedrading tussen de Quik Bridge
®
en de 868-
Ontvanger controleren.
T oestand 3: Om de lage batterijsp anning van de zender vast te
stellen
De LED voor lage batterij geeft aan wanneer 1 of meer zenders een lage
batterij hebben gemeld. Wanneer een ingeleerde zender een signaal voor lage
batterij verstuurt, blijft deze LED in de alarmstatus tot de ontvanger van dezelfde
zender een signaal voor een goede batterij ontvangt. Na een lage-
batterijmelding knippert de overeenkomstige LED synchroon met minstens 1
zone-LED Controleer de overeenkomstige zonezender(s) op een lage-
batterijstatus.
D E L - s g n i n n a p S : s i n e k e t e B
t d n a r B
. g i z e w n a a e g d i r b k c i u Q g n i n n a p S
e r e d n a e l l a n e ( t i U
) t i u s ' D E L
n e e g t f e e h e g d i r b k c i u Q e D
. g n i n n a p s s g n i d e o v