MilanoNext Pelletkachel 15 / 15 Rev. 03
20. Pelletkachel produceert te veel of te weinig warmte
De pellet kwaliteit en de afvoermethode hebben een belangrijke rol in de warmteafgifte van de pelletkachel. Op
het moment dat de pelletkachel geproduceerd wordt zijn deze factoren nog niet bekend en is het ondoenlijk om
de pelletkachel met de juiste klant specifieke parameters te leveren.
Wat te doen:
Met de parameters kan de pelletkachel per vermogen stand afgesteld worden (Hfst.19).
Kritische vuur parameters:
De belangrijkste parameter regels om de pelletkachel anders te laten branden zijn:
1. Pellet toevoer per vermogen instelling (Powerstand 1 t/m 5) parameter 6-10
2. Hoeveelheid lucht door branderbak (Powerstand 1 t/m 5) parameter 18- 22
Na een wijziging dient men op de volgende items te letten:
• Is de vlamhoogte naar wens;
• Hoeveel onverbrande pellets liggen er in de branderbak;
• Komt er veel (zwarte) rook van de vlam;
• Wordt de branderkamer zwart of niet (incl. ruit);
• Hoeveelheid as er overblijft;
Opm: Powerstand 1 is gelijk aan de Eco Stand.
Stand-by mode:
De stand-by functie kan aangezet worden door parameter PR 28 anders dan “OFF” in te stellen.
Bijvoorbeeld: PR28 is ingesteld op 01. Temperatuur instelling van de pelletkachel staat op 20°C.
Zodra de pelletkachel de tempratuur boven 21°C meet, zal de pelletkachel uitschakelen en zal er in het display
ECO-STOP staan. Wanneer de gemeten temperatuur op de pelletkachel onder 19°C komt, zal de pelletkachel
weer inschakelen.
Pellets:
Indien de pellets kort zijn ( ̴ 10 mm) of langzaam wegbranden dan moet de pellet toevoer naar beneden bijgesteld
worden. Laat de pelletkachel, na een wijziging, even branden om goed te kunnen vaststellen wat de invloed is.
Opm: Te veel pellets en te weinig lucht door het vuur veroorzaakt meer as, roet en zwarte rook. Bij een lage vlam in de
“Eco” stand zal de ruit eerder vervuilen.
Lucht aanvoer:
De lucht door de branderbak moet zo afgesteld staan dat de pellets iets bewegen of zweven maar geen
spuwende vulkaan veroorzaken middels pellets welke uit de branderbak worden geblazen.
Zodra de pelletkachel op een schoorsteen wordt aangesloten waarin veel natuurlijke trek aanwezig is kan de
uitlaatgasventilator naar beneden afgesteld worden. Dit is nodig om de natuurlijke trek te compenseren.
Uitlaatgastemperatuur:
De bereikte uitlaatgastemperatuur kan per vermogen stand (On 1 – On 5) uitgelezen worden door Toets 2 vijf
seconden ingedrukt te houden. Wisselend de uitlaatgasventilator snelheid en de uitlaatgastemperatuur zullen in
het display verschijnen.
In de laagste stand (Eco of On 1) mag de uitlaatgastemperatuur niet onder de 80°C komen en in de hoogste
stand (On 5) niet boven de 140°C.