9
Er verschijnt dan een nieuw menu. Hierin moet u aangeven welke satellieten u wenst te
ontvangen.
• Selecteer d.m.v. de ( en ) toetsen welke satelliet(en) u wenst te ontvangen.
Bevestig uw keuze door de CH+/CH- toetsen zodanig te manipuleren dat de tekst YES
wordt weergegeven bij elke satelliet die u wenst te ontvangen.
• Na een juiste keuze drukt u op de OK toets
U komt in een nieuw menu terecht. Hier moet u de juiste LNB-type opgeven alsmede
een opgave van de benodigde stuursignalen (indien van toepassing)
• Selecteer de schotel die u wenst te benoemen door gebruik te maken van de ()
toetsen en kies de daarbij behorende LNB (Universal 1, Universal 2, C Band) door
gebruik te maken van de CH+/CH- toetsen
Als u meerdere schotels en/of meerdere LNB’s gebruikt, dan moet u ook nog de juiste
stuursignalen voor uw buitenopstelling opgeven (Single Cable, DiSEqC-schakelaar enz)
• Druk op OK waarmede de buitenopstelling aan de ontvanger wordt doorgegeven.
Als alle waarden kloppen dan verschijnt er een veldsterktemeter. (
1
)
• Druk op de OK-toets om deze instellingen te bewaren.
(
1
): Voor iedere satelliet is een fabrieksfrequentie ingeprogrammeerd om de veldsterk-
te weer te geven. Als u die frequentie wilt veranderen dan moet u onderstaande instruc-
ties opvolgen:
•Druk op de LOCSAT toets
• Kies voor FREQUENCY (
en
) en voer de juiste frequentie in
U krijgt nu een nieuw menu
voorgeschoteld waarin u de veld-
sterkte kunt controleren die door
iedere ingevoerde antenne/LNB
doorgegeven wordt.
• Gebruik de toetsen om de
juiste schotel te kiezen en de
CH+/CH- toetsen om de bijbe-
horende satelliet te kiezen ‘YES’.
Hierdoor weet de ontvanger bij
welke satelliet welke schotel hoort.