Gebruikershandleiding RT-N11 EZ draadloze N-router
8
PPTP- of L2TP-gebruiker
Gebruikt u een PPTP-dienst, selecteer dan
ADSL connection that requires username,
password and IP address (ADSL-
verbinding waarvoor een gebruikersnaam,
wachtwoord en IP-adres nodig zijn)
. U
moet de gebruikersnaam, het wachtwoord
en het IP-adres, die u van de internetprovider
hebt gekregen, invullen. Klik op
Next
(Volgende)
om verder te gaan. L2TP-
gebruikers moeten dezelfde instructies als
hierboven gebruiken.
Statisch IP-adres
Gebruikt u ADSL of een ander verbindingstype
dat een statisch IP-adres gebruikt, selecteer
dan
ADSL or other connection type that
uses static IP address (ADSL of een ander
verbindingstype dat een statisch IP-
adres gebruikt)
. U moet het IP-adres, het
subnetmasker en de standaardgateway, die u
van de internetprovider hebt gekregen, invullen.
U kunt zelf DNS-servers opgeven of de DNS-
gegevens automatisch verkrijgen.
3. Nadat het instelling van het
verbindingstype is voltooid, moet u
uw draadloze interface instellen. Geef
uw draadloze router op met een SSID
(Service Set Identier). Dit is unieke
identicatie die wordt gekoppeld aan
pakketten die via het WLAN worden
verzonden. Dit kenmerk emuleert een
wachtwoord als een apparaat via het
WLAN verbinding probeert te maken met
de draadloze router.
Wilt u verzonden gegevens beschermen, selecteer dan een middelmatig of hoog
veiligheidsniveau om uw gegevens te versleutelen.
Medium (Middel):
Alleen gebruikers met dezelfde WEP-sleutel kunnen verbinding maken
met de draadloze router. Er wordt gebruik gemaakt van 64-bits of 128-bits WEP-versleuteling.
Congureer de instellingen als
Open Systeem/WEP
in plaats van Gedeelde sleutel/WEP.
High (Hoog):
Alleen gebruikers met dezelfde WPA-sleutel kunnen verbinding maken met de
draadloze router. Er wordt gebruik gemaakt van TKIP-versleuteling.