NL 15
bak- en braadtips - braden in de oven
vlees braden
"Groot vlees" vanaf 1 kg is hiervoor het meest
geschikt. Braden zorgt voor een regelmatige
krokante korst, vrijwel zonder
gewichtsverlies.
Wrijf het vlees een kwartier van te voren in
met zout en kruiden. Gebruik voor het braden
80 tot 100 g boter of vet (of een mengsel
hiervan) per 500 g vlees.
braadtijden
De tabel op pagina 22 geeft de braadtijden
aan voor verschillende soorten vlees met een
gewicht van ca. 1,5 kg. Platte, dunne stukken
hebben gemiddeld 5 minuten minder braadtijd
nodig, dan dikke of opgerolde stukken vlees.
Bij gebruik van grotere stukken vlees moet
per 500 gram meer, een 15 tot 20 minuten
langere braadtijd worden aangehouden.
bereiding
Leg het vlees in een braadslede en overgiet
het met hete boter en/of vet. Als het vlees
een vette kant heeft, dan legt u deze tijdens
het braden boven. Vlees zonder vette kant om
de 15 minuten bedruipen. Vlees met vette
kant om de 30 minuten bedruipen.
Voeg tijdens het braden nu en dan enkele
lepels water toe, als de jus te donker wordt.
Laat het vlees na de bereiding 10 minuten
afkoelen, alvorens het aan te snijden.
aangebrand vlees
boter verbrand bij het braden
- Het vlees uit de braadslede nemen.
Nieuwe boter in een braadpan doen en het
vlees op de kookplaat afbraden en de jus
afmaken.
vlees van boven verbrand
- Het verbrande gedeelte royaal afsnijden.
Het restant in plakken of blokjes snijden
en er hachee of goulash van maken.
NL 14
bak- en braadtips - algemeen
ovenservies
In principe kunt u elk soort hittebestendig
servies gebruiken. Spoel glazen servies niet
direct na gebruik af onder koudwater. Door
het plotselinge temperatuurverschil kan het
glas barsten.
Gebruik donkere of zwarte bakvormen. Deze
geleiden de warmte beter en laten het
gerecht gelijkmatiger garen.
bodem niet afdekken
Het afdekken van de ovenbodem met bijv.
aluminiumfolie of een bakplaat kan tot
oververhitting en beschadiging van het email
leiden.
Het vervuilen van de ovenbodem door het
lekken uit een springvorm is te voorkomen
door van aluminiumfolie een bakje te vouwen
en dat onder de vorm op het rooster te
zetten, of door bakpapier onder de vorm te
leggen.
tijdinstelling
Stel de schakelklok in, zodra u het gerecht in
de oven plaatst. Kies een 5 minuten kortere
bereidingstijd, dan in het recept staat
aangegeven. Daardoor kunt u in de laatste
fase controleren of het gerecht of gebak gaar
en goed van kleur is. Zo niet, sluit dan de
ovendeur en controleer na enige tijd
opnieuw. Het openen en sluiten van de deur
moet langzaam gebeuren, bij voorkeur niet
voordat driekwart van de bereidingstijd is
verstreken.
warm houden
U kunt de oven gebruiken voor het warm
houden van reeds bereide gerechten. Kies
hiervoor de heteluchtfunctie en een
temperatuur van 80 ˚C. Dek gerechten die u
warm wilt houden af, om uitdrogen te
voorkomen.
energiebewust ovengebruik
Open de ovendeur zo weinig mogelijk.
Voorverwarmen is niet nodig, tenzij in een
recept iets anders staat vermeld.
Bereid gerechten met ongeveer dezelfde
bereidingstemperatuur (bijv. appeltaart en
een ovenschotel) tegelijk op hetzelfde rooster
of bij een turbo oven boven elkaar; vlees
laten meestoven kan ook.
Bak eventueel een dubbele hoeveelheid en
vries het teveel in.
Bereid meer gerechten na elkaar,
bijvoorbeeld een ovenmaaltijd na een cake;
vaak kan de bereidingstijd van het tweede
gerecht dan 10 minuten korter zijn.
Dankzij de ovenisolatie kunnen gerechten
nagaren op de restwarmte van de oven.
Schakel de oven 10 minuten eerder uit, dan
aangegeven staat, maar laat de deur dicht.