storing
Brander brandt of ontsteekt niet
goed.
De vonkontsteking vonkt, maar
ontsteekt niet.
De branders doven plotseling.
oorzaak
Brander vuil of vochtig.
Branderdeksel niet juist op de
brander geplaatst.
De beluchtingssleuven aan de
achterzijde van het toestel zijn
geblokkeerd.
Toestel niet geschikt voor de
gebruikte gassoort.
De vlambeveiliging heeft de
gastoevoer gestopt.
Bougie vuil.
Brander vuil of vochtig.
Branderdeksel niet juist op
de brander geplaatst.
Gaskranen zijn niet gesloten
tijdens het inschakelen.
Na een kooktijd van vier uur
doven de branders automatisch.
oplossing
Brander schoon en/of droog
maken.
Branderdeksel op de juiste wijze
op de brander plaatsen.
Maak de beluchtingssleuven vrij.
Gegevensplaatje controleren en
eventueel contact opnemen met
service.
Draai alle bedieningsknoppen in
de 0-stand en ontsteek de
brander opnieuw. Treedt deze fout
opnieuw op, controleer dan of de
branderdeksels op de juiste wijze
op de branders geplaatst zijn en
of de branders, ontsteekpen en/of
ionisatiepen schoon en droog zijn.
.
Reinig de bougie.
Brander schoon en/of droog
maken.
Branderdeksel op de juiste wijze
op de brander plaatsen.
Sluit alle gaskranen en ontsteek
het toestel opnieuw.
Sluit alle gaskranen en ontsteek
het toestel opnieuw.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen
zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen afvoeren.
De overheid kan u ook informatie verschaffen over het op
verantwoorde wijze afvoeren van afgedankte huishoudelijke
apparaten.
NL 11NL 10
storingen
wat moet ik doen als…
milieu aspecten
verpakking en toestel afvoeren
Wanneer het toestel niet goed werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is. Probeer
het euvel eerst zelf te verhelpen. Bel de servicedienst wanneer onderstaande adviezen
niet helpen.
Indien de lampjes bij de bedieningsknop knipperen duidt dit op een storing. Tel het
aantal korte en lange pulsen. Foutcodes onder de tien worden aangegeven door een
aantal korte pulsen. Foutcodes hoger dan tien worden aangegeven door een lange puls
gevolgd door een aantal korte pulsen. Foutcodes hoger dan twintig worden aangegeven
door twee lange pulsen gevolgd door een aantal korte pulsen.
Bijvoorbeeld twee lange pulsen en drie korte pulsen geeft foutcode 23 aan. Schrijf het
aantal pulsen op, zodat u deze foutcode aan de monteur kunt doorgeven wanneer deze
bij u komt.
toestelvariant I,
aardgassen
brander
sudder: volstand
normaal: volstand
sterkbrander:
volstand
2-kringsbrander:
volstand
belasting
G25
25 mbar
kW
0.75
2.50
2.90
5.50
belasting
G20
20 mbar
kW
0.83
2.75
3.20
5.50
belasting
G30
29 mbar
kW
0.85
1.75
2.80
5.50
belasting
G31
29 mbar
kW
0.70
1.50
2.40
4.85
belasting
G31
37 mbar
kW
0.83
1.70
2.75
5.40
toestelvariant III,
vloeibare gassen
hoge druk
belasting
G31
50 mbar
kW
0.75
1.70
2.75
4.75
belasting
G31
67 mbar
kW
0.90
2.00
3.20
5.50
belasting
G30
50 mbar
kW
0.90
2.00
3.20
5.50
belasting
G25
20 mbar
kW
0.68
2.25
2.60
5.00
toestelvariant II,
vloeibare gassen
lage druk
bijlage
gastechnische gegevens
De genoemde vermogens zijn nominale vermogens.