NL 7
bediening
inschakelen
introductie
De inductiekookplaat is voorzien van een restwarmte-
indicatie, kookwekker voor de achterste kookzones en de
dubbele kookzone, twee kindersloten en automatische
kookduurbegrenzing en een dubbele kookzone. Op deze en
de volgende pagina's kunt u lezen hoe u gebruik maakt van
deze voorzieningen.
inschakelen
1 Zet een pan op een kookzone.
2 Druk op de aan/uit toets om de kookzones in te schakelen.
De dubbele kookzone heeft een eigen aan/uit toets.
In het display verschijnt een liggend streepje (–).
vermogen instellen
1 Druk op de – of + toets van de betreffende zone.
De kookplaat stelt zich direct in op stand 6.
2 Stel een hogere of lagere stand in door nog een keer op
de toetsen – of + te drukken.
Het display geeft de gekozen stand weer. Welke standen u
moet kiezen kunt u zien in de kooktabellen op de pagina’s 12
en 13.
De stand wordt continu weergegeven als er een pan
op de kookzone staat. Het display knippert als er geen pan op
de kookzone staat.
uitschakelen
1 Druk nog een keer op de aan/uit toets links.
Alle linker kookzones schakelen uit.
Eventueel blijft de restwarmte-indicatie aangeven dat de
zone nog warm is.
2 U schakelt één van de vier linker kookzones uit door deze
met de + en - toetsen op 0 te zetten.
3 Druk nog een keer op de aan/uit toets van de dubbele
kookzone.
De dubbele kookzone schakelt uit.
Eventueel blijft de restwarmte-indicatie aangeven dat de
zone nog warm is.
lager hoger
aan/uit toets
NL 6
veiligheid
waar u op moet letten
Gebruik nooit aluminiumfolie, zoals bakjes van kant en klaar
gerechten, om voedsel in te bereiden.
Wanneer aluminiumfolie op het kookvlak smelt, is het niet
meer te verwijderen.
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te
verwijderen zijn.
• Zet alleen pannen met een schone bodem op het kookvlak.
• Til pannen altijd op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
Til pannen altijd op;
schuif er nooit mee.
Gebruik de juiste pan.
Zie hoofdstuk
"pannen" op de
pagina’s 21 en 22.