STORINGEN
tabel
NL 19
Symptoom
Bij het in werking stellen verschijnt er
tekst in de displays.
De ventilatie blijft nog enkele minuten
doorwerken nadat de kookplaat is uit-
geschakeld.
De kookplaat geeft bij de eerste kook-
beurten een lichte geur af.
U hoort een licht tikkend geluid op uw
kookplaat.
De kookpannen maken lawaai tijdens
het koken.
Nadat u een kookzone heeft ingescha-
keld blijft het display knipperen.
Een kookzone stopt plotseling met de
werking en u hoort een signaal.
De kookplaat werkt niet en er ver-
schijnt niets op het display.
Bij het inschakelen van de kookplaat
slaat de zekering van de installatie door.
Foutcode F01...F09 of F10.
Foutcode FA.
Foutcode F0 - F6.
Foutcode F8.
Foutcode F9.
Foutcode F99.
Continu geluidssignaal.
Foutcode FC.
Mogelijke oorzaak
Dit is de standaard opstartroutine.
Afkoeling van de kookplaat.
Opwarmen nieuw toestel.
Dit wordt veroorzaakt door de vermo-
gensverdeling van de voorste en de ach-
terste zone. Ook bij lage kookstanden
kan een zacht tikkend geluid optreden.
Dit wordt veroorzaakt door de door-
stroming van de energie van de kook-
plaat naar de kookpan.
De gebruikte kookpan is niet geschikt
voor koken op inductie of heeft een
diameter kleiner dan 12 cm.
De instelde timer is voorbij.
Geen stroomtoevoer door defecte voe-
ding of foutieve aansluiting.
Verkeerde aansluiting van de kook-
plaat.
Een toets wordt te lang bediend of er
ligt een voorwerp op de toets.
De kookplaat is verkeerd aangesloten
of de netspanning is te laag.
Generator defect.
Kookplaat oververhit.
De kookplaat is verkeerd aangesloten
of de netspanning is te hoog.
U hebt 2 of meerdere toetsen tegelijk
bediend.
De kookplaat is verkeerd aangesloten
of de netspanning is te hoog.
Communicatieprobleem tussen bedie-
ningen.
Oplossing
Normale werking.
Normale werking.
Dit is normaal en verdwijnt na enkele
keren koken.Ventileer de keuken.
Normale werking.
Bij een hoge kookstand is dit normaal
bij bepaalde pannen. Dit is niet schade-
lijk voor de pannen of de kookplaat.
Gebruik een goede pan zie blz. 14.
Schakel het signaal uit met de + of –
toets van de timer.
Controleer de zekering of de elektrische
schakelaar (bij een toestel zonder stek-
ker).
Controleer de elektrische aansluiting.
Voorwerp verwijderen. Kookplaat
opnieuw inschakelen.
Aansluiting controleren. Neem contact
op met uw energieleverancier als het
probleem blijft bestaan.
Neem contact op met de servicedienst.
De kookplaat is uitgeschakeld door
oververhitting. Laat de kookplaat af-
koelen en gebruik een lagere kookstand.
Laat de aansluiting wijzigen.
Neem contact op met de servicedienst.
Bedien maar 1 toets tegelijk.
Laat uw aansluiting wijzigen.
Neem contact op met de servicedienst.