7
VEILIGHEID
waar u op moet letten
6
VEILIGHEID
waar u op moet letten
Open nooit de behuizing van het toestel
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik
- Houd natuurlijke ventilatieopeningen open.
Wanneer er zich een lade onder de kookplaat bevindt
- Zorg voor voldoende afstand tussen de kookplaat en de inhoud van de
lade.
- Leg geen brandbare voorwerpen in de lade.
Gebruik de kookplaat alleen voor het bereiden van gerechten
- Het toestel is niet geschikt om ruimtes te verwarmen.
De kookzones worden zeer warm tijdens gebruik en blijven na
gebruik ook een tijd warm (zie ook ‘ restwarmtesignalering’).
- Laat geen kleine kinderen in de buurt tijdens en vlak na het koken.
Lege pannen en droogkoken
- Laat nooit een lege pan op een ingeschakelde kookzone staan.
- Voorkom dat de pan droogkookt.
- De kookzones zijn beveiligd tegen oververhitting, maar de pan kan
beschadigen.
Gebruik altijd geschikt kookgerei
- Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of
droogkoken, valt buiten de garantie.
Gebruik van vet en olie
- Vet en olie zijn bij oververhitting ontvlambaar. Blijf in de buurt tijdens
het bereiden van gerechten.
Gebruik van andere apparaten in de buurt van de kookplaat
- Voorkom dat snoeren van elektrische apparaten, zoals van een mixer
bijvoorbeeld, terechtkomen op de hete kookzones.
Flambeer nooit onder een afzuigkap
- Door de hoge vlammen kan brand ontstaan, ook bij een uitgeschakelde
afzuigkap.
Gebruik van het kookvlak
- Het glaskeramische kookvlak is zeer sterk maar niet onbreekbaar. Er kan
een breuk ontstaan wanneer er een puntig voorwerp op valt.
- Gebruik de kookplaat niet als werkvlak om bijvoorbeeld vlees of
groente te snijden.
- Gebruik een toestel waarvan het kookvlak een breuk of scheurtjes
vertoont niet meer. Schakel het toestel onmiddellijk uit. Haal de stekker
uit het stopcontact of zet de schakelaar van de toevoerleiding (bij een
vaste aansluiting) op 0 of verbreek de zekering(en) in de meterkast. Bel
de servicedienst.