NL 8 NL 9
bediening
inschakelen
1. Gebruik het juiste servies (zie blz. 6).
2. Open de deur en zet het servies in het midden van de oven
op het draaiplateau.
3. Sluit de deur.
4. Draai de bovenste knop op opwarmen.
5. Draai de onderste knop op:
"melk" - voor een beker melk
"soep" - voor een kop soep
"maaltijd" - voor een bord voedsel voor 1 persoon.
De magnetron start op het moment dat de onderste knop is
ingesteld. Tijdens het opwarmen draait de onderste knop terug
naar de uit-stand. Zodra de uit-stand bereikt is klinkt er een
signaal en stopt de magnetron automatisch.
6. Open de deur en haal het voedsel uit de magnetron.
Opmerkingen
- Draai de onderste knop naar de uit-stand als u het
kookproces vroegtijdig wilt beëindigen.
- Tijdens het kookproces kunt u de deur openen,
bijvoorbeeld om te roeren. De magnetron gaat dan uit. Als
u de deur sluit start de magnetronvanzelf weer.
Let op:
- Zorg ervoor dat het voedsel voldoende warm is (minimaal
70 ˚C) om ervoor te zorgen dat er geen bacteriën in het
gerecht achterblijven.
- Roer het voedsel om een gelijkmatige
temperatuurverdeling in het gerecht te krijgen.
- Zet altijd een kunststof lepeltje in een kop vloeistof die u
op wilt warmen (zie blz. 4).
kooktips
het weten waard
Als de oven vaak wordt ingeschakeld zonder dat er een gerecht in staat, kan dit leiden
tot beschadiging van de magnetronbuis. Zet daarom voor de zeker heid altijd een kopje
water in de magnetron als deze niet in gebruik is.
Plaats gerechten altijd in het midden van de oven. Zet kopjes en schaaltjes altijd
rondom het middelpunt van het draaiplateau.
Verwarm of kook het voedsel niet langer dan nodig. Hiermee voorkomt u oververhitting
en uitdroging.
Gerechten 'garen' nog enige tijd na, nadat de magnetron is uitgeschakeld. Benut dit
door rustperioden in te lassen.
Roer indien mogelijk de gerechten tussendoor enkele malen om. Roer van buiten naar
binnen, zodat het voedsel gelijkmatig wordt verdeeld. Is omroeren niet mogelijk, dan
kunt u het gerecht af en toe een kwartslag draaien.
Brede, lage schalen zijn meer geschikt dan hoge, smalle. Bovendien is het beter
verschillende gerechten naast elkaar en niet bovenop elkaar te plaatsen.
Gerechten uit de koelkast hebben een langere bereidingstijd dan gerechten op
kamertemperatuur.
Om uitdroging te voorkomen kunt u gerechten het beste afdekken met een deksel, een
bord, bakpapier of magnetronfolie. Gerechten die een knapperige korst moeten hebben,
verwarmt u zonder deksel.
Levensmiddelen met een schil of vel, of gerechten met een afdekfolie eerst even
inprikken (bijv. worst, tomaten, eidooier).
Nadat de magnetron is uitgeschakeld, gaat de verwarming van het voedsel nog enige
tijd door.
Hoewel de microgolven het serviesgoed niet verwarmen, kan dat door de warmte van
het voedsel zeer heet worden. Houd dus ovenhandschoenen of een pannelap bij de
hand. Gebruik bij voorkeur koppen of bekers met een oor. Het oor wordt minder warm
dan de kop en is meestal nog zonder pannenlap aan te pakken.
Koppen en bekers hoogstens voor 2/3 deel vullen. De inhoud, zoals bijvoorbeeld melk,
komt omhoog tijdens het verwarmen en kan gemakkelijk overkoken.