19
De AUTO-SET-functie bevat de volgende
voeleringangen:
– buitenvoeler
– toevoervoeler 1
– toevoervoeler 2
– boilersensor
– ketelvoeler
Verder wordt de AUTO-SET-functie alleen
uitgevoerd als de aan de voelers toegewezen
groepen in de hierna opgesomde
hoofdstukken dienovereenkomstig
geparametreerd werden:
Voor de warmwatervoeler:
Hoofdstuk HYDRAULISCH
Parameter 2 - functie WW-laadpomp
instelwaarde UIT of 1 (ww-laadpomp)
Voor de toevoervoeler 1:
Hoofdstuk HYDRAULISCH
Parameter 3 - functie menggroep 1
instelwaarde UIT of 3 (menggroep)
Voor de toevoervoeler 2:
Hoofdstuk HYDRAULISCH
Parameter 4 - functie menggroep 2
instelwaarde UIT of 3 (menggroep)
Voor de ketelvoeler:
Niveau TOESTEL
Parameter 1 - uitvoering warmteopwekker
instelwaarde UIT of 1 (eentraps bedrijf)
Opdat een uitgevoerde parametrering door
de AUTO-SET-functie niet weer versteld
wordt, worden de huidige instelwaarden eerst
gecontroleerd. Een wijziging gebeurt alleen
als er sprake is van een van de boven
genoemde instellingen. Daarmee kan de
AUTO-SET-functie bijvoorbeeld nooit een
terugloopverhoging aan de MG2 afmelden of
omvormen tot een menggroep.