controleren. Eventueel zout en/of
glansspoelmiddel bijvullen.
Zeven
De zeven 26 zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet in de
afvoerpomp terechtkomen. Door deze
etensresten kunnen de zeven verstopt
raken.
Het zevensysteem bestaat uit een grove
zeef, een vlakke fijne zeef en een micro-
zeef.
Na elke afwasbeurt de zeven
op etensresten controleren.
Zeefcylinder zoals afgebeeld losdraaien
en het zeefsysteem eruit halen.
Eventuele etensresten verwijderen
en de zeven onder stromend water
schoonmaken.
Zevensysteem in omgekeerde volgorde
weer erin zetten en erop letten dat de
gemarkeerde pijlen na het sluiten
tegenover elkaar staan.
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het afwaswater
kunnen de sproeiopeningen en de lagers
van de sproeiarmen 23 en 24
blokkeren.
Sproeiopeningen van de sproeiarmen
op verstopping controleren.
Bovenste sproeiarm 23 eraf
schroeven.
De onderste sproeiarm 24 naar boven
eraf trekken.
Sproeiarmen onder stromend water
schoonmaken.
Sproeiarmen weer vastdrukken resp.
vastschroeven.