13
Herstellen van eenvoudige storingen
Een storing is vaak het gevolg van een kleinigheid die u zelf kunt verhelpen. Wij adviseren u eerst
onderstaande aanwijzingen tabel te raadplegen voordat u de servicedienst belt.
Wanneer de veiligheidsinrichting heeft ingegrepen, start de afwasmachine niet of hij stopt tijdens het afwassen,
alle leds zijn gedoofd en alle toetsen zijn buiten werking, behalve de "Aan/uit" toets. Op de display knippert een
van de volgende alarmmeldingen: AL1, AL2, AL3, AL4, AL5, AL6, AL7, AL8. Ook een geluidssignaal geeft aan
dat de veiligheidsinrichting heeft ingegrepen.
Schakel de afwasmachine uit met de Aan/uit toets en ga na of u de storing kunt verhelpen met behulp van
onderstaande tabel. Kies en start een programma nadat u bovenstaande controles heeft uitgevoerd. Neem
contact op met de servicedienst als de afwasmachine opnieuw een alarmsignaal geeft.
Storing Foutcode Oplossing
De machine start niet ● De machinedeur is niet goed dicht.
● De steker zit niet in het stopcontact.
● Er staat geen spanning op het stopcontact.
De machine neemt geen Waarschuwingssignaal
● De kraan is dichtgedraaid. * Zie ook pagina 4
water in AL5
● Er is geen druk op de kraan.
● De toevoerslang is geknikt.
● Het zeefje in de toevoer is verstopt.
De machine pompt Waarschuwingssignaal
● De afvoerslang is geknikt.
niet af AL6
● De afvoermogelijkheid is verstopt.
● De verlengde afvoerslang ligt niet goed.
● De afvoer is niet belucht.
Algemeen Waarschuwingssignaal
● Schakel de afwasmachine uit en weer in en start
AL1, AL2, AL3, AL4, een programma; bel de servicedienst als de
AL7, AL8 alarmmelding wederom verschijnt.
Teveel geluid
● Er slaan serviesdelen tegen elkaar.
● Een sproeiarm stoot tegen serviesgoed, of
zoutpot. * De filters zijn niet goed geplaatst.
De deur gaat moeilijk
● De machine staat niet waterpas of is niet op de
dicht juiste wijze ingebouwd.
Kalkvlekken, strepen,
● Kijk in alle gevallen zowel het zout- als het
waas op het glansmiddelreservoir na. In beide moet voldoende
serviesgoed aanwezig zijn.
De afwas is niet droog
● Het serviesgoed is na het beëindigen van het
programma te lang in de machine gebleven.
Het afwasresultaat is
● De korven zijn te vol beladen.
niet goed
● Het serviesgoed is onjuist geplaatst.
● Een of beide sproeiarmen kan (kunnen) niet
draaien.
● Een of enkele gaatjes in één of beide sproeiarmen
is of zijn verstopt.
● Uiteinde van de afvoerslang steekt onder water
(inspoelbak).
● Een of meerdere zeven is of zijn verstopt.
● Een zeef zit niet goed op z’n plaats.
● Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt, het is
te oud en/of te klonterig en/of van slechte
kwaliteit.
● De draaidop van het zoutreservoir zit los.
● Het gekozen programma was niet geschikt voor
de aard en/of hoeveelheid van de bevuiling.