NL 7NL 6
installatie
De installatie van een afzuigkap moet geschieden in
overeenstemming met de nationaal en lokaal geldende
voorschriften. De afstand tussen de onderzijde van de
afzuigkap en de kookplaat moet minimaal bedragen:
- 65 cm bij een ceramische- en inductiekookplaat;
- 70 cm bij een gaskookplaat;
- 75 cm bij een gaskookplaat met wokbrander.
Dit toestel moet door een erkend installateur worden
aangesloten. Schade ontstaan door verkeerd aansluiten of
installeren valt niet onder de garantie.
let op: wanneer een afzuigkap en een warmtebron
(bijvoorbeeld gas-, olie- of kolengestookte fornuizen) die
lucht uit dezelfde ruimte verbruiken tegelijk worden ingezet,
bestaat de mogelijkheid dat de afzuigkap de noodzakelijke
verbrandingslucht uit de ruimte afzuigt waardoor een
onderdruk in de ruimte kan ontstaan. De maximaal
toegestane onderdruk bedraagt 4 Pa, opdat er geen
verbrandingsgassen van de warmtebron worden
teruggevoerd naar de ruimte zelf. Daarom is een
luchttoevoer noodzakelijk, waarmee de ruimte constant van
verse lucht wordt voorzien.
Na montage van de afzuigkap moet de stekker bereikbaar
zijn of moet de afzuigkap door middel van een omnipolaire
schakelaar met contactopeningen van 3 mm spanningsloos
te maken te zijn.
Wanneer het aansluitsnoer beschadigd is moet het
vervangen worden door de serviceafdeling van de fabrikant
of gelijkwaardig gekwalificeerde personen om gevaarlijke
situaties te voorkomen.
hoe blijft het toestel mooi
Verwijder de filters als volgt:
schakel de ventilator en de verlichting uit.
Pak het vetfilter aan de handgreep vast en druk de
vergrendeling in (1). Kantel de voorzijde van het filter omlaag
(2). Nu kunt u het filter naar u toe uit de kap nemen.
Het filter mag maar op één manier geplaatst worden. Let op
de juiste positie van het filter (zie illustratie). Houd het filter
zo dat het afgedekte deel van de bovenzijde zich midden-
achter bevindt. Aan de onderzijde is dit herkenbaar aan het
patroon met de kleinere gaatjes.
Plaats nu het filter door eerst de achterkant in de houder te
drukken. Houd de vergrendeling in de handgreep ingedrukt
en kantel gelijktijdig de voorzijde naar boven, totdat deze niet
verder gaat en laat dan de vergrendeling los. Het filter zit nu
weer op zijn plaats.
U kunt de filters in de afwasmachine of met een sopje van
een afwasmiddel reinigen (gebruik geen sodahoudend
middel). Laat het filter goed uitlekken, door de gaatjes aan de
zijkant, alvorens u het terugplaatst.
Indien de koolstoffilters zijn verzadigd (slechtere werking)
kan een reinigingsset worden besteld (ACC921). Bel hiervoor
de consumentendienst (zie garantievoorwaarden voor de
telefoonnummers).
vetfilters verwijderen of
plaatsen
vetfilters reinigen
opmerkingen vooraf
elektrische aansluiting
koolstoffilters vervangen
(alleen bij recirculatie)