16
6.3.5 Tacho-mode "
FAO
"
(t.b.v. uitlezen actuele ventilator toerental)
Nadat de servicecode (op aanvraag bij AWB verkrijg-
baar) is ingegeven, kan men door 3 maal de "mode"-toets
in te drukken in de tacho-mode komen. In deze mode kan
men het toerental van de ventilator aflezen. Als eerste is
het actuele toerental zichtbaar. Door op de “step”-toets te
drukken wordt het gewenste toerental (met punt) zicht-
baar. Door enkele malen de "mode"-toets in te drukken,
komt men weer terug in de standby-mode.
6.3.6 Counter-mode "
Cntr
"
Nadat de servicecode (op aanvraag bij AWB verkrijg-
baar) is ingegeven, kan men door 4 maal de "mode"-toets
in te drukken in de counter-mode komen. Door op de
“step”-toets te drukken zijn de volgende opties mogelijk:.
"
Cntr1
" = aantal geslaagde starts CV
"
Cntr2
" = aantal geslaagde starts TAP
"
Cntr3
" = aantal branduren CV
"
Cntr4
" = aantal branduren TAP
Door enkele malen de "mode"-toets in te drukken, komt
men weer terug in de standby-mode.
6.3.7 Error-mode "
ECCO
"
Nadat de servicecode (op aanvraag bij AWB
verkrijgbaar) is ingegeven, kan men door 6 maal de
'mode'-toets in te drukken in de error-mode komen.
In deze mode wordt de laatst opgetreden storing
aangegeven.
Door op de “step”-toets te drukken zijn de volgende
opties mogelijk:.
1
= Error (storing)
2
= Programmastap
3
= Aanvoertemperatuur
4
= Retourtemperatuur
5
= Taptemperatuur gemeten door boiler NTC
6
= Buitentemperatuur, indien gebruik wordt gemaakt
van een buitenvoeler
Voor de beschrijving hiervan zie hoofdstuk 7
"storingen".
6.4 Vorstbeveiliging
Bij een door de NTC gemeten aanvoertemperatuur van
7°C zal door de branderautomaat de pomp ingeschakeld
worden. Daalt de temperatuur nog verder, dan zal bij een
door de NTC gemeten aanvoertemperatuur van 3°C het
toestel gaan branden totdat de aanvoertemperatuur een
waarde van 10°C bereikt heeft. De pomp blijft vervolgens
nog 15 minuten ingeschakeld. Dit is geen beveiliging om
het bevriezen van radiatoren te voorkomen. Om vorst-
gevoelige radiatoren tegen vorst te beschermen, kan men
een vorstthermostaat parallel aan de kamerthermostaat
aansluiten. Het verdient aanbeveling om bij vorst alle
radiatoren te openen en de kamerthermostaat niet in te
stellen op een waarde lager dan 15°C.