3
1 AANWIJZINGEN TOT DE DOCUMENTATIE
De volgende aanwijzingen zijn een wegwijzer door het
installatievoorschrift.
1.1 Bewaren van de documentatie
Bewaart dit bediening- en installatievoorschrift op een
droge plaats goed in de buurt van het toestel. Bij onder-
houd of reparatie kan het belangrijk zijn, dat dit bediening-
en installatievoorschrift voorhanden is.
1.2 Gebruikte symbolen
Let u bij bediening van het toestel op de veiligheidsvoor-
schriften in deze bedieningshandleiding.
Gevaar!
Direct levensbedreigend.
Let op!
Mogelijk gevaarlijke situatie voor product
en omgeving.
Opmerking!
Nuttige informatie en aanwijzingen.
1.3 CE-merkteken
Het CE-merkteken op dit apparaat duidt erop dat het
apparaat voldoet aan:
- richtlijn 90/393/EEG betreffende de onderlinge
aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lidstaten
inzake gastoestellen;
- richtlijn 89/336/EEG betreffende de onderlinge
aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten inzake
elektromagnetische compatibiliteit, gewijzigd door
richtlijn 91/263/EWG, 92/31/EWG en 93/68/EWG;
- richtlijn 92/42/EEG betreffende de onderlinge
aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lidstaten
inzake rendementseisen voor nieuwe olie- en
gasgestookte centrale verwarmingsketels;
- richtlijn 73/23/EEG betreffende de onderlinge
aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lidstaten
inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen
bepaalde spanningsgrenzen.
1.4 Typeplaat
U vindt de typeplaat aan de voorzijde op het toestel onder
de voordeksel. Deze is na het afnemen van de voordeksel
zichtbaar.
Figuur 1.4 Typeplaat