35
Aan de slag
Als u de BeoSound 2 hebt aangesloten op uw computer en hebt
ingesteld, kunt u het apparaat gaan gebruiken. Als u wilt weten hoe u
de BeoSound 2 kunt gebruiken met uw computer en muziekspeler,
leest u de instructies die van toepassing zijn op het type computer dat
u gebruikt (pc of Macintosh). De beschikbare opties worden hieronder
beschreven.
BeoPlayer of BeoLink PC 2 (alleen met pc)
Het is raadzaam de BeoSound 2 te gebruiken met de eigen muziekspelers van
Bang & Olufsen: BeoPlayer of BeoLink PC 2. Op de volgende pagina’s van
deze handleiding worden de basishandelingen beschreven. Als u meer wilt
weten over het gebruik van de BeoSound 2 in combinatie met BeoPlayer of
BeoLink PC 2, klikt u in de functiebalk aan de onderkant van het scherm op
de schermhandleiding van het product en raadpleegt u deze. Hierin staat
onder andere hoe u het volgende kunt doen:
– Tracks en speellijsten verplaatsen of hernoemen in BeoSound 2.
– Trackgegevens bekijken en bewerken.
– Meer te weten komen over CDDB-muziekgegevens.
– De configuratie aanpassen om persoonlijke voorkeuren in te stellen.
– Een geheugenkaart formatteren.
Alle verdere verwijzingen naar BeoPlayer slaan ook op het gebruik van
BeoLink PC 2. Deze twee spelers werken namelijk op dezelfde manier in
combinatie met de Beosound 2.
iTunes (alleen met Macintosh)
Zie “BeoSound 2 met iTunes” in deze handleiding voor meer informatie over
het gebruik van iTunes. Uitgebreide informatie over iTunes kunt u vinden in
de Help-functie van het programma.
Andere spelers
U kunt met de BeoSound 2 ook andere spelers dan de hierboven genoemde
gebruiken. Voorbeelden hiervan staan in het gedeelte “Andere spelers en
opties” op de laatste pagina van deze handleiding.
Om de geheugenkaart te plaatsen,
opent u het klepje op de achterkant
van de BeoSound 2.
Het bevestigingspunt voor een
sleutelring wipt u omhoog met een
naald.
GO