18
UNILUX-3 40 / 52 / 55 / 65
°
Sluit nu de • exibele slangen aan op de 2 kraagringen (Ø125 mm) aan
de
bovenzijde van de haard en op het metalen inbouwbakje van de toe
te passen
luchtroosters (slangen-klemmen niet vergeten).
°
Let op dat de aansluiting van de • exibele slangen gasdicht zijn.
°
De uitblaasroosters plaatst u pas na enkele dagen als het metselwerk
gevoegd en uitgehard is. Indien‚ een of meerdere kanalen worden
aangesloten, die naar andere vertrekken leiden, dienen in deze
ruimten afsluitbare roosters geplaatst te worden. Deze zijn verkrijgbaar
bij uw leverancier, evenals de hiervoor benodigde • exible slangen en
slangklemmen.
°
In een bereik van 30 cm naast en 50 cm boven de uitstroomopening
(uitblaasroosters) mogen zich geen brandbare materialen bevinden
(bijvoorbeeld geen houten plafond en geen inbouwmeubels).
• Bekleed het toestel aan boven, zij- en achterkant tot tegen de voorrand
met ca. 10 cm dikke keramische isolatiewol. Houd enkele centimeters
speling tussen de voorwand van de schouw en de haard.
• Stel het toestel waterpas.
• Maak een goede aansluiting van de rookgasafvoer van het toestel op het
rookkanaal. Zie 3.3.4.
Let op dat het gehele rookkanaal gasdicht is.
• Ventileer de schouw, door aan de onder- en bovenzijde van de schouw
ventilatie-openingen aan te brengen.