TECH350 JUN 2021
15 | P a g e
1/6 SENSOREN CONTROLEREN
Gebruik deze functie om de geïnstalleerde sensoren te testen voordat u verder gaat met de
verdere stappen.
Om de status van de TPMS-sensoren op het voertuig te bekijken, selecteert u de optie
Sensoren controleren in het onderhoudsscherm. Er moet een scherm worden weergegeven dat
vergelijkbaar is met het volgende:
Gebruik de pijltjestoetsen om de sensor te selecteren die moet worden afgelezen.
LF-geactiveerde sensoren
Om een sensor te testen moet het apparaat naast de klepstang worden geplaatst en
moet de 'Test'-toets worden ingedrukt.
Positionering van het apparaat
Raak de metalen velg NIET aan. Het gereedschap moet door het rubber naar de sensor wijzen.
(Opmerking: bij Ford-bandsensoren moet het apparaat 180° tegenover de stang worden
gehouden)
Niet-LF geactiveerde sensoren (sommige Beru-sensoren tot 2009)
Als het apparaat snel moet worden leeggepompt (in de orde van 10 psi of 0,5 bar), laat dan de
band leeglopen en plaats het apparaat naast de stuurpen terwijl u op de testknop drukt.
Tijdens het testen bevestigt het scherm het geteste sensortype en geeft het een
voortgangsbalk weer.
Verschillende merken sensoren reageren verschillend op snelheid en tijdsinterval.