INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
• Verwijder de buitendop van het afvoerkanaal (afhankelijk
van model) en plaats hem zoals aangegeven in
afbeelding 6.
• Zet een bak onder het afvoerkanaal om het restwater op
te vangen. Gebruik indien beschikbaar de verdeler
(Afb. 6).
• U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel het
ijs op de wanden van het apparaat los te maken.
• Verwijder het ijs van de bodem van het apparaat.
• Gebruik, om onherstelbare schade aan het vriesvak te
voorkomen, geen puntige of scherpe metalen voorwerpen
om het ijs te verwijderen.
• Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het vriesvak
niet kunstmatig.
• Maak de binnenkant van het apparaat zorgvuldig droog.
• Plaats na afloop van het ontdooien de dop weer in zijn
behuizing.
REINIGING EN ONDERHOUD
• Verwijder het ijs op de bovenste randen (zie Opsporen
van storingen).
• Reinig na het ontdooien de binnenkant met een vochtige
spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel.
• Reinig het ventilatierooster aan de zijkant (afhankelijk van
model).
• Verwijder het stof van de condensor aan de achterkant
van het apparaat.
Voordat u begint met het onderhoud van uw apparaat,
dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of
vlekkenverwijderaars (bijvoorbeeld aceton,
trichloorethyleen) om het apparaat te reinigen.
Om het apparaat optimaal te laten functioneren, wordt
geadviseerd om het tenminste eenmaal per jaar te
reinigen en te onderhouden.
VERVANGEN VAN HET DEURLAMPJE (indien
aanwezig)
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
• Verwijder de melkglazen kap aan de hand van de
aanwijzingen en in de aangegeven volgorde van
afbeelding 7.
• Draai het lampje los en vervang het door een nieuw
lampje met dezelfde spanning en hetzelfde vermogen.
• Breng de melkglazen kap weer aan en sluit het apparaat
aan op het elektriciteitsnet.
OPSPOREN VAN STORINGEN
1. Het rode controlelampje knippert.
• Is de stroom uitgevallen?
• Wordt er een ontdooiprocedure uitgevoerd?
• Is de deur van het apparaat goed dicht?
• Staat het apparaat in de buurt van een warmtebron?
• Zijn het ventilatierooster en de condensor schoon?
2. Alle controlelampjes knipperen tegelijkertijd.
• Neem contact op met de klantenservice.
3. Het apparaat maakt erg veel lawaai.
• Is het apparaat perfect waterpas geïnstalleerd?
• Staat het apparaat tegen andere meubels of voorwerpen
aan die trillingen kunnen veroorzaken?
• Is de verpakking van het onderstel van de vriezer
verwijderd?
Opmerking:
de circulatie van het koelgas kan een zacht
geluid maken, ook nadat de compressor stopgezet is. Dit is
geheel normaal.
4. Alle controlelampjes zijn uit en het product werkt
niet.
• Is de stroom uitgevallen?
• Zit de stekker goed in het stopcontact?
• Is de voedingskabel niet beschadigd?
5. Alle controlelampjes zijn uit en het product werkt.
• Neem contact op met de klantenservice.
6. De compressor werkt onafgebroken.
• Heeft u misschien warm voedsel in het apparaat gezet?
• Is de deur van het apparaat langdurig open geweest?
• Staat het apparaat in een te warme ruimte of in de buurt
van een warmtebron?
• Is de fast freeze-functie geactiveerd? (alle groene
controlampjes AAN)
7. Te veel ijsvorming op de bovenranden.
• Zijn de doppen van het afvoerkanaal voor het dooiwater
correct geplaatst?
• Is de deur van het apparaat goed dicht?
• Is de afdichting van de deur van het apparaat beschadigd
of vervormd? (Zie hoofdstuk “Installatie”)
• Zijn de vier beschermdelen verwijderd? (Zie hoofdstuk
“Installatie”)
8. Vorming van condens aan de buitenkant van het
apparaat.
• Condensvorming is normaal onder bepaalde
klimatologische omstandigheden (luchtvochtigheid hoger
dan 85%) of als het apparaat geïnstalleerd is in vochtige
en slecht geventileerde ruimtes. Dit heeft echter geen
negatieve invloed op de prestaties van het apparaat.
9. De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is niet
overal even dik.
• Dit is normaal.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
1.
Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen.
2.
Schakel het apparaat opnieuw in en controleer of het
probleem is opgelost. Indien niet, koppelt u het apparaat
los van de stroomtoevoer en wacht ongeveer een uur
voordat u het opnieuw inschakelt.
3.
Indien het probleem aanhoudt na deze actie, neemt u
contact op met de Klantenservice.