44
Ingebruikneming van het apparaat en temperatuurinstelling
Zet het apparaat onder spanning. Indien voorzien brengt u het bacteriewerende filter op zijn plaats aan
(zie het hoofdstuk “Periodiek onderhoud en reiniging van het apparaat”). De temperaturen om de
voedingsmiddelen op de meest geschikte manier te bewaren zijn reeds van tevoren in de fabriek ingesteld.
Bij de eerste inschakeling van het apparaat wordt het geluidssignaal geactiveerd en knippert het rode
lampje (10), omdat de temperatuur in de vriezer nog niet voldoende koud is om de levensmiddelen erin te
plaatsen. Het geluidssignaal kan uitgezet worden door op de knop (11) op het bedieningspaneel te
drukken. Zet de levensmiddelen pas in de vriezer wanneer het rode controlelampje uit is.
Opmerkingen:
• Het duurt 4/5 uur voordat de temperatuur van het koelgedeelte geschikt is voor het bewaren van de
voedingsmiddelen.
• De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deuren worden geopend en de plaats van het
apparaat kunnen van invloed zijn op de binnentemperatuur van de twee vakken. De standen van de
thermostaat moeten op basis van deze factoren verschillen.
• De afstand tussen de schappen en de achterste binnenwand van het apparaat zorgt voor een vrije
luchtcirculatie.
• Leg de voedingsmiddelen niet rechtstreeks tegen de achterwand van het koelgedeelte aan.
• Zet geen levensmiddelen in de vakken die nog warm zijn.
• Bewaar vloeistoffen in gesloten houders.
• Het bewaren van groenten die veel water bevatten kan de vorming van condens tot gevolg hebben:
hierdoor wordt de goede werking van het apparaat niet aangetast.
Hoe u de voedingsmiddelen in het koelgedeelte
moet bewaren
Leg de voedingsmiddelen erin zoals getoond op de
afbeelding.
1. Gekookt voedsel
2. Vis, vlees
3. Groente en fruit
4. Flessen
5. Boter
6. Zuivelproducten, kaas
Regeling van de temperatuur
De temperatuur is in de fabriek vooringesteld op +5°C
(display 7). Om de temperatuurinstelling te wijzigen
drukt u op de knoppen (8) of (9) op het
bedieningspaneel totdat de gewenste waarde is bereikt.
Instelbare temperatuurlimiet:
• +2°C koudste temperatuur
• +8°C warmste temperatuur
Automatische “Sensor” functie (ook: “Sixth Sense" of Dinamic Intelligence” genoemd)
Als de functie ingeschakeld is dan is het groene lampje (16) aan; het lampje gaat automatisch uit zodra de
juiste temperaturen bereikt zijn.
De werking van de koelkast onderbreken
Druk minstens 3 seconden op de knop (5). De temperatuurweergave op het display (7) gaat uit en het
groene lampje (6) gaat branden. Om de werking van de koelkast weer in te schakelen houdt u dezelfde
knop (5) langer dan 3 seconden weer ingedrukt.
Alarmen van het koelgedeelte
Wanneer de deur langer dan 1 minuut open blijft, wordt het geluidsalarm ingeschakeld. Als de deur nog
eens een minuut open blijft, begint het binnenlampje te knipperen. Het lampje gaat 10 minuten na de
opening van de deur volledig uit, terwijl het geluidsalarm actief blijft. Door op de knop van het
geluidsalarm (11) te drukken wordt alleen het geluid uitgeschakeld, terwijl de binnenverlichting zich blijft
gedragen zoals hierboven is beschreven. Om het alarm deur open volledig te verwijderen moet de deur
van het apparaat weer worden gesloten.
HOE U HET KOELGEDEELTE MOET LATEN
FUNCTIONEREN