Pagina 23
o BELANGRIJK: Als de kookzone temperatuursensor het apparaat
consequent uitzet. Dit geeft aan dat de kookplaat niet correct is
geïnstalleerd of de opening voor ventilatie niet groot genoeg is.
Er moeten maatregelen worden genomen om dit onmiddellijk te
corrigeren.
5.18 Kookplaat richtlijnen
o De eerste paar keer dat u de kookplaat gebruikt, kan deze een
bijtende, brandende geur afgeven. Deze geur zal volledig
verdwijnen met herhaald gebruik.
o De kookplaat is uitgerust met diverse kookzones van
verschillende diameters en energieniveaus.
o De plaatsen die warm zullen worden zijn duidelijk gemarkeerd op
de kookplaat. De pannen moeten precies worden geplaatst op
deze gebieden voor een efficiënte verwarming. De pannen
moeten dezelfde diameter hebben als de kookzone.
o U mag geen pannen gebruiken met ruwe bodems, omdat deze
krassen op het keramische oppervlak kunnen veroorzaken.
o Zorg ervoor dat voor gebruik de bodems van de pannen schoon
en droog zijn.
o De bodem van de pannen moet enigszins hol zijn. De bodem zet
namelijk uit als deze warm is en plat ligt op de kookplaat.
Hierdoor kan de warmte gemakkelijker wegkomen.
o De beste dikte voor de onderkant van de pannen is 2 tot 3 mm
geëmailleerd staal en 4 tot 6 mm voor roestvrij staal met
sandwich bodem type.
o Door het volgen van deze regels kan verspilling van energie
worden voorkomen.
o Gebruik bij voorkeur pannen met een deksel zodat op een lagere
warmte gekookt kan worden.
o Kook groenten en aardappelen etc. altijd in zo weinig mogelijk
water om de kooktijd te verkorten.
o Voedsel of vloeistof die een hoog suikergehalte bevatten kunnen
schade aan de kookplaat veroorzaken. Wanneer deze in contact
komen met de oppervlakte van de keramische kookplaat moeten
deze direct afgeveegd worden. Dit kan niet voorkomen dat de
kookplaat beschadigd.