DMX-512 AANSLUITEN
Als u gebruik maakt van een standaard DMX-lichtstuurtafel, kunt u de DMX uitgang van de stuurtafel rechtstreeks aansluiten op
de DMX ingang van het eerste DMX apparaat. Sluit altijd de DMX uitgang aan op de eerst volgende DMX ingang van het
volgende apparaat totdat alle apparaten zijn aangesloten.
5-polige XLR connector.
Sommige fabrikanten gebruiken 5-polige DMX kabels voor DATA transmissie in plaats van 3-pin. 5-polige DMX armaturen kan
in een 3-polige DMX lijn worden uitgevoerd. Bij het plaatsen van standard 5-polige datakabels in een 3-polige DMX lijn, moet er
een verloop worden gebruikt. Onderstaande tabel geeft de details voor de juiste kabelconversie.
Opgelet bij het laatste apparaat, dient u de DMX-lijn af te sluiten met een eindweerstand. Soldeer een 120 Ohm weerstand tussen
signaal (-) en signaal (+) in een 3-polige XLR connector en steek deze in de DMX uitgang van het laatste apparaat in de lijn.
VERVANGEN ZEKERING
Indien de zekering defect is, dient u de zekering te vervangen door een zekering van hetzelfde type en waarde. Voor het
vervangen van de zekering, schakel eerst de stroom uit en volg de onderstaande stappen.
Procedure: Stap 1: Open de zekeringhouder op het achter paneel met een passende platte schroevendraaier.
Stap 2: Verwijder de oude zekering uit de zekeringhouder.
Stap 3: Installeer de nieuwe zekering in de zekeringhouder.
Stap 4: Plaats de zekeringhouder in de behuizing.
ONDERHOUD
Het reinigen van inwendige en uitwendige optische lenzen en / of spiegels moet regelmatig worden uitgevoerd om de
lichtopbrengst te optimaliseren. Reinigingsfrequentie is afhankelijk van de omgeving waarin het armatuur wordt gebruikt: een
klamme, rokerige of bijzonder vuile omgeving kan een grotere opeenhoping van vuil veroorzaken op de optische uitrusting.
• Zorg er voor dat gedurende het onderhoud zich geen individuen bevinden onder het apparaat.
• Schakel het apparaat uit, trek de stekker uit het stopcontact en wacht tot het apparaat is afgekoeld.
• Behuizing, bevestiging en installaties (plafond, truss, ophanging) moeten van deugdelijke aard zijn.
• Het netsnoer mag niet beschadigd zijn en moet direct vervangen worden, ook bij kleine defecten.
• Om het apparaat te beschermen tegen oververhitting dienen ventilatoren en ventilatie openingen iedere maand
gereinigd te worden.
• De lens en spiegels dienen periodiek gereinigd te worden. Deze periode is afhankelijk van de aanwezige viezigheid.
• Alleen reinigen met een droge doek, gebruik geen reinigingsmiddelen.
• Modificaties door de fabrikant worden zonder u op de hoogte te brengen doorgevoerd.