99/NL
Het reinigen van het fornuis
Het reinigen van de brander
1. Verwijder de pannensteunen,
branderkoppen en branders en maak ze
schoon met een zachte en vochtige
doek.
2. Reinig het vuil in de branderkamer en
op de injector met een zachte en
vochtige doek en droog ze af met een
droge doek.
3. Gebruik in de winkel verkrijgbare zachte
zeep voor hardnekkig stof en vuil op de
branderkoppen.
4. Reinig de branderplaat van de
kookplaat.
5. Zorg dat de branderkoppen goed op
hun plaats worden gezet en erop
vastzitten. Onjuiste installatie leidt tot
gaslekkage, brandweigering of
onregelmatig branden.
6. Let er bij het plaatsen van de
pannendragers op dat deze gecentreerd
staan boven de branders.
Draai de brander bij overkoken meteen
uit. Verwijder de pannen en
pannendragers die erop staan. Reinig
de overgekookte vloeistof met een
droge en absorberende doek. Let erop
dat er geen vloeistof in de branders
terechtkomt. Indien er vloeistof in
terecht is gekomen, reinig dan ook de
binnenkant van de branders. Laat de
kookplaat niet werken voordat deze
schoongemaakt is.
Monteer alle onderdelen op volgorde na het
reinigen van de brander.
7. Plaats de branderkop dusdanig op de
branderkamer dat deze aansluit op het
gat van de plug (6).
8. Plaats de branderdeksels op de
branderkoppen.