2. Gebruikers richtlijnen
➢ Onder geen enkele omstandigheid mag de kachel werken met de deur of het deksel van
het pellet reservoir open.
➢ Nooit pellets of andere verbrandbare producten met de hand in de vuurhaard werpen
om de opstart van de kachel te versnellen.
➢ In het geval van een mislukte ontsteking, verzeker u ervan dat er geen pellets meer op
het brander rooster liggen vooraleer u een nieuwe poging onderneemt.
➢ Gebruik nooit water om de binnenzijde van de kachel te reinigen.
➢ In het geval van een zichtbare fout of storing van de kachel, mag u de kachel niet
uitschakelen met de aan-/uitschakelaar aan de achterzijde van de kachel, maar met behulp
van het bedieningspaneel, zodat de uitschakelfase wordt gestart en het vuur gecontroleerd
dooft d.m.v. de rookgasventilator.
➢ Verricht periodiek onderhoud en de normale reiniging van de kachel zoals beschreven in
de handleiding.
➢ Ga tijdens de werking van de kachel voorzichtig te werk en vermijd vooral direct contact
met de externe hete onderdelen.
3. Eerste opstart
Bij de eerste opstart kan het gebeuren dat de kachel in alarm gaat. De reden is dat de tijd welke
nodig is om de vijzel te vullen (bij nieuwe kachel of bij leeg gedraaide pellettank) af gaat van de
opstart tijd. De pellet belading is hierdoor niet voldoen om de uitlaatgassen binnen de benodigde tijd
aan de vooraf ingestelde temperatuur te laten voldoen. Nadat de vijzel volledig is gevuld zal de
kachel normaal opstarten.
Na een alarm melding kan deze gereset worden door 3 seconden op de uit/aan knop te drukken.
Nu zal de kachel door zijn stop cyclus lopen. Na de stop cyclus kan de kachel weer gestart worden
en normaal gaan branden.