Handset
1
Display
2
Statusbalk (¢ pagina 30)
Symbolen geven de actuele instellingen en de bedrijfs-
toestand van het toestel weer.
3
Displaytoetsen (¢ pagina 8)
4
Verbreektoets, aan/uit-toets
Gesprek beëindigen;
Functie annuleren
Één menuniveau terug ¤ kort indrukken
Terug naar de ruststand ¤ lang indrukken
Handset in-/uitschakelen
(in ruststand display)
¤ lang indrukken
5
Hekje-toets
Toetsblokkering aan/uit
(in ruststand display)
¤ lang indrukken
Wisselen tussen hoofdletters, kleine letters en cijfers;
6
R-toets
Ruggespraak (flash) ¤ kort indrukken
Kiespauze invoeren ¤ lang indrukken
7
Microfoon
8
Berichtentoets (¢ pagina 10)
Toegang tot oproep- en berichtenlijsten;
Knippert: nieuw bericht of nieuwe oproep
9
Ster-toets
In de ruststand:
Ringtones uitschakelen
¤ lang indrukken
Bij bestaande verbinding:
Omschakelen tussen impulskie-
zen/toonkiezen
¤ kort indrukken
10
Toets 1
voicemail selecteren ¤ lang indrukken
11
Verbindingstoets / handsfree-toets
Weergegeven nummer kiezen;
Gesprek beantwoorden; wisselen tussen handmatig en
handsfree bellen;
Nummerherhalingslijst openen ¤ kort indrukken
Kiezen ¤ lang indrukken
12
Navigatietoets/menutoets (¢ pagina 8)