1.7.1 Gasaansluiting bedieningsunit
Belangrijk: Let op dat tijdens het aansluiten het gasregelblok niet wordt
verdraaid. Zorg er ook voor dat er geen spanningen op het
gasregelblok en leidingen ontstaan.
Het toestel wordt geleverd met een inbouw bedieningsunit.
Demonteer eerst de afwerkrand met deurtje van de bedieningsunit.
Plaats de aparte bedieningsunit, waarin het gasregelblok en ontvanger zal worden
geplaatst, op maximaal 50 cm van het toestel.
Af fabriek zijn de brander, gasregelblok en ontvanger geheel aan elkaar gemonteerd.
Maak de beugel met het gasregelblok en ontvanger los van het toestel.
Verplaats voorzichtig de beugel met het gasregelblok, ontvanger, leidingen en kabels
naar de bedieningsunit. Monteer de beugel onderin de bedieningsunit.
Belangrijk: Let op dat bij het verplaatsen van het gasregelblok geen
leidingen beschadigen of dat knelkoppelingen los raken.
Voorkom het torderen van de fl exibele leidingen!
Alle knelkoppelingen nadien op lekkage controleren!
Plaats de ontvanger boven in de bedieningsunit. Controleer nadien of alle elektrische
connectoren goed zijn verbonden.
Algemeen:
Zorg ervoor dat alle leidingen, kabels e.d., via een makkelijk te bereiken loze ruimte van
het toestel naar de bedieningsunit lopen.
Tijdens de verdere inbouw van de bedieningsunit, gasregelblok en alle leidingen goed
beschermen tegen cement e.d.