36
Bellfi res
Installatievoorschrift
Nederlands
4 STORINGEN
4.1 MOGELIJKE OORZAKEN
Mogelijke oorzaken dat het toestel uitgaat kunnen zijn:
• Atmosfeerbeveiliging (= “oxy-stop” waakvlam) grijpt in (= waakvlam dooft) als de
rookgassen niet of onvoldoende worden afgevoerd.
• Atmosfeerbeveiliging (= “oxy-stop” waakvlam) is vervuild of defect.
• Onvoldoende gasdruk.
• Spanning van thermokoppel is te laag. Dit wordt meestal veroorzaakt doordat de
tip van het thermokoppel onvoldoende wordt verwarmd door de waakvlam.
• Vervuiling van elektrische contacten in het thermo elektrische systeem; o.a.
aansluiting thermokoppel.
• Batterijen in ontvanger of handzender zijn leeg.
4.2 BEVEILIGING VAN HET TOESTEL
4.2.1 Thermo-elektrische waakvlambeveiliging
Het toestel is beveiligd door middel van een thermo-elektrische waakvlambeveiliging
ter voorkoming van het onvoorzien uitstromen van gas uit de hoofdbrander.
4.2.2 Atmosfeerbeveiliging (rookgasafvoerbeveiliging) (= “oxy-stop” waakvlam)
Tevens is het toestel is voorzien van een atmosfeerbeveiliging, dit is een “oxy-stop”
waakvlam die de brander uitschakelt als de rookgassen niet of onvoldoende worden
afgevoerd.
Wanneer men een blauw wazig vlambeeld heeft (als het toestel al enige tijd brandt) is
dit het teken dat de verbranding niet in orde is, en de “oxy-stop” binnen een bepaalde
tijd in werking zal treden.
Indien de “oxy-stop” waakvlam in werking is getreden, dient men te controleren of de
luchttoevoer en rookgasafvoer nog in orde is. Nadat men de oorzaak heeft gevonden,
kan men het toestel weer normaal in bedrijf nemen.
Raadpleeg altijd Uw installateur indien problemen zich blijven voordoen.
Het is niet toegestaan de beveiliging buiten werking te stellen of te wijzigen.
In geval van vervanging van de “oxy-stop” waakvlam uitsluitend het orginele model toe-
passen.
Deze atmosfeerbeveiliging; de “oxy-stop” waakvlam, is geen vervanging voor een
onafhankelijk gemonteerde koolmonoxidemelder.