27Nuttige steken
Gebruik terugtransportzool nr. 1
Stoppen met de terugtransportzool nr. 1
(stekenteller-automaat)
•
naald links boven de beschadigde plek in de stof zet-
ten
•
eerste lengte naaien en naaicomputer stopzetten
•
op de achteruitnaaiknop boven de naald drukken: de
lengte is geprogrammeerd
•
stopprogramma verder naaien; de naaicomputer
stopt automatisch
•
programmering uitschakelen m.b.v. de «clr/del»-toets
Bij een grote oppervlakte
•
de oppervlakte kan door het verschuiven van de stof
in de lengte en breedte worden vergroot
Stopprogramma, steek nr. 10
Gebruik knoopsgat-sledezool nr. 3
Voorbereiding
•
knoopsgat kiezen
•
op het LCD beeldscherm verschijnt het knoopsgatnummer,
de aanbevolen naaizool nr. 3 en het knoopsgatsymbool (de
eerste fase knippert)
•
onderdraad in de vinger van de spoelhuls rijgen = draad-
spanning is iets hoger
•
markeer de knoopsgatlengte op de gewenste plaats
Maak altijd een proefknoopsgat
•
gebruik hiervoor de originele stof en het originele verstevi-
gingsmateriaal
•
knoopsgat in dezelfde richting als het uiteindelijke knoops-
gat op de stof naaien (in de lengte of dwars)
•
snijd het knoopsgat open
•
schuif de knoop door het knoopsgat, corrigeer de knoops-
gatlengte indien noodzakelijk
Knoopsgat, steek nr. 11
Kies een handmatig knoopsgat als dit maar één keer voor-
komt, voor het verstellen van bestaande knoopsgaten of
voor decoratieve toepassingen. Een handmatig knoopsgat
kan niet worden opgeslagen.