67Storingen
Vermijden en verhelpen van storingen
Bovendraad breekt
•
bovendraadspanning te strak
•
naald van slechte kwaliteit
(naalden koopt u het beste bij
uw BERNINA dealer)
•
naald bot of krom
•
garen van slechte kwaliteit
(garen met knoopjes, oud of
uitgedroogd garen)
•
verkeerde garengeleidings-
schijf gebruikt, passende
schijf kiezen
•
steekgat of grijperpunt
beschadigd, naaimachine naar
uw BERNINA dealer brengen
Onderdraad breekt
•
onderdraadspanning te strak
•
onderdraad klemt in de spoel-
huls, spoeltje controleren en
evt. vervangen
•
steekgat door de naald
beschadigd (moet door uw
BERNINA dealer worden
gepolijst)
•
naald bot of krom
Steekfouten
•
verkeerde naald; gebruik
alleen naaldsysteem
130/705H
•
naald bot of krom; verkeerd
ingezet (bij het inzetten de
naald helemaal naar boven
drukken)
•
naald van slechte kwaliteit of
slecht gepolijst
•
vorm van de naaldpunt past
niet bij het materiaal (indien
nodig, ronde punt voor
gebreide stoffen en snijpunt
voor hard leer gebruiken)
Naald breekt
•
naaldhouderschroef niet goed
vastgeschroefd
•
stof werd naar voren, in plaats
van naar achteren onder de
naaivoet weggetrokken
•
bij het naaien over dikke
gedeeltes werd de stof
geschoven terwijl de naald
in de stof stak (jeansvoet
gebruiken)
•
garen van slechte kwaliteit;
slecht getwijnd garen of garen
met knoopjes
•
voor informatie over naalden
zie blz. 61, 62
Als de naaimachine niet storingvrij naait, kunt u de oorzaak
meestal herkennen wanneer u de volgende punten doorneemt.
Controleer of:
•
boven- en onderdraad goed ingeregen zijn
•
de naald juist is ingezet
•
de naalddikte juist is (zie naald-/draadtabel blz. 61)
•
de naaimachine schoon is (draadresten verwijderen)
•
de grijperbaan gereinigd is
•
tussen de draadspanningsschijven geen draadresten vastzitten
•
de spoel in de spoelhuls goed loopt en er geen draadresten
vastzitten
Naad niet mooi
•
draadresten tussen de draad-
spanningsschijven
•
draadresten onder de veer van
de spoelhuls
•
onderdraad is nog in de vinger
van de spoelhuls geregen
•
verkeerd ingeregen; boven- en
onderdraad controleren
•
passende garengeleidingsschijf
gebruiken
Naaimachine loopt niet of te
langzaam
•
stekker niet goed aangesloten
•
hoofdschakelaar op «0»
•
naaimachine komt direct uit
een koude ruimte
•
spoelmechanisme nog inge-
schakeld