37
37
24 Informatie op het beeldscherm
Naaivoetindicator
• de geschikte naaivoet voor de
gekozen steek wordt m.b.v.
een nummer aangegeven
• een pijl omlaag geeft aan, dat
de naaivoet nog omhoogstaat
Transporteur onder
• als de transporteur naar
beneden staat, verschijnt dit
knipperende symbool onder de
naaivoetindicator
Functies kiezen
• tik op de gewenste functie
• de gekozen functie wordt
blauw gemarkeerd
(verschillende functies kunnen
gelijktijdig geactiveerd zijn)
In het persoonlijke geheugen worden
individueel gewijzigde steeklengten,
steekbreedten, naaldstanden, enz.
automatisch opgeslagen. Als de naaicomputer
wordt uitgeschakeld of op de «clr»-knop
wordt gedrukt, worden de wijzigingen gewist.
Basisinstellingen wijzigen
• kies een steek (bijv. zigzag)
• verander de steekbreedte en steeklengte
m.b.v. de draaiknoppen
• verander de naaldstand m.b.v. de
naaldstandtoets
• tik op de steekknop (lichtblauw)
Persoonlijk geheugen (tijdelijk)
De door BERNINA geprogrammeerde
basisinstellingen kunnen worden gewijzigd en
opgeslagen en blijven ook dan in het
geheugen behouden, wanneer de
naaicomputer wordt uitgeschakeld. De
oorspronkelijke basisinstellingen zijn altijd
zichtbaar.
Persoonlijk geheugen (vast)
29
33