7
Intensiteitsniveau instellen
Aanwijzing: De intensiteit kan alleen worden ingesteld als de elektroden contact maken met de huid.
U moet aan het begin van de training eeen intensiteitsniveau instellen. Druk op de intensiteitskeu-
zetoets
M
om de intensiteit te vergroten en op de intensiteitskeuzetoets
om de intensiteit te
verlagen.
Afhankelijk van de intensiteit voelt u eerst een kriebeling en vervolgens een spiercontractie. Stel de
intensiteit niet hoger in dan voor u aangenaam is.
Te sterke impulsen stoppen
U kunt te allen tijde de intensiteit verlagen of door op de aan/uit-knop te drukken (~ 2 seconden) het
apparaat weer uitschakelen. Als u de riem van de buik trekt zodat de elektroden geen contact meer
maken met de huid keert het intensiteitsniveau automatisch terug naar nul. Bij hernieuwd contact
met de huid is er geen spanning meer.
Ongewenste impulswijzigingen voorkomen
Om te voorkomen dat tijdens een training de intensiteit per ongeluk stijgt, schakelt u eenvoudig de
toetsenblokkering in. Druk hiervoor ongeveer 3 seconden op de programmakeuzetoets. Een akoe-
stisch signaal klinkt en het sleutelsymbool „
“ verschijnt in de display. Druk voor het uitschake-
len van de toetsenblokkering nogmaals op de toets.
Reageren op onaangename gevoelens
Als u huid prikkelt of jeukt, maar ook als u op de plaats van de spiercontracties slechts een krie-
beling waarneemt, moet u het apparaat uitschakelen en de volgende stappen volgen:
– Controleer of de elektroden in orde zijn of een defect vertonen.
– Controleer of de ronde afdekking over de elektrodenaansluitingen nog aanwezig is.
– Verwijder de riem en bevochten deze nog eenmaal helemaal.
– Let bij het opnieuw omdoen op goed huidcontact en goede bevochtiging.
Tijdens de training een pauze inlassen
Mocht u tijdens het doorlopen van een programma een pauze willen, druk dan kort op de pauze-
toets. Een akoestisch signaal klinkt en het pauzesymbool „II“ verschijnt in de display. Door nog-
maals op de toets te drukken kunt u het programma vervolgen.
Trainingsfrequentie aflezen
U kunt de trainingsfrequentie aflezen op de display. De getallen achter het programma geven aan
hoe vaak een programma reeds geheel is afgerond. Deze getallen werden opgeslagen tot de batterij
wordt vervangen.
6. Reiniging
– Haal vóór elke reiniging de batterijen uit het apparaat.
– Reinig het apparaat met een licht vochtige doek. Bij sterke verontreiniging kunt u de doek ook
met een lichte zeepoplossing bevochtigen.
– Laat het apparaat niet vallen.
– Pas op dat er geen water in het apparaat komt. Gebruik wanneer dit toch een keer mocht
gebeuren het apparaat pas weer als het volledig droog is.
– Gebruik voor het reinigen geen chemische reinigingsmiddelen of schuurmiddelen.
– Als u het apparaat (de bedieningseenheid) van de riem hebt verwijderd, kunt u de riem in
handwarm water wassen. Gebruik daarvoor een milde zeepoplossing of vloeibaar wasmiddel.
Gebruik geen bleekmiddel.
– De riem is niet geschikt voor in de wasmachine.