13
9 Reiniging en onderhoud
Compressor
Reinig het apparaat regelmatig.
Attentie
Voor elke reiniging moet het apparaat
uitgeschakeld, van het stroomnet
gescheiden en afgekoeld zijn.
Gebruik om te reinigen een vochtige
doek, waarop u indien nodig een beetje
afwasmiddel kunt aanbrengen.
Gebruik geen bijtende
reinigingsmiddelen en dompel het
apparaat nooit in water.
Attentie
x Zorg ervoor dat er geen water in het
apparaat terechtkomt!
x Apparaat en accessoires niet in de
vaatwasmachine reinigen!
x Het apparaat mag in aangesloten
toestand niet met vochtige handen
vastgenomen worden; er mag geen
water op het apparaat spatten. Het
apparaat mag alleen in volledig droge
toestand gebruikt worden.
x Spuit geen vloeistof in de
ventilatieopeningen! Ingedrongen
vloeistoffen kunnen schade aan het
elektrische systeem en andere
compressordelen veroorzaken en tot
een functiestoring leiden.
Condenswater, slangonderhoud
Naargelang de
omgevingsomstandigheden kan er
condenswater in de slang neerslaan. Om
de groei van kiemen te voorkomen en
een perfecte therapie te garanderen,
moet de vochtigheid absoluut verwijderd
worden. Ga hiervoor als volgt te werk:
x Trek de slang [15] van de vernevelaar
[11].
x Laat de slang aan de compressorzijde
[6] ingestoken.
x Neem de compressor zo lang in
gebruik tot de vochtigheid door de
doorstromende lucht verwijderd is.
x Bij sterke vervuiling vervangt u de
slang.
10 Verwijdering
In het belang van het milieu mag het
apparaat niet met het gewone huisvuil
meegegeven worden.
Gelieve het apparaat conform de EG-
richtlijn voor elektrische en elektronische
apparaten 2002/96/EC – WEEE (Waste
Electrical and Electronic
Equipment) te verwijderen.
Voor nadere informatie kunt u zich
richten tot de bevoegde instanties voor
afvalverwijdering.