28
1. Druk op een willekeurige toets om
de monitor in te schakelen.
2. Door op de toets MODE te drukken
gaat het kleine venster van de
hartslag knipperen en verschijnt THR.
3. Door op de toetsen UP of
DOWN te drukken, kiest u een
hartslagfrequentie tussen de 40 en 199
(PPM) waarop u de oefening wilt doen.
De geprogrammeerde beginwaarde
staat ingesteld op 150 PPM.
4. Wanneer u de oefening start, wordt
op het beeldscherm PULSE getoond
met uw hartslagfrequentie en wanneer
de gekozen waarde is bereikt, zult u
gedurende 3 seconden een
piepsignaal horen, wat u waarschuwt
dat de gekozen waarde is bereikt.
OPMERKING:
Wanneer er, na 15 seconden, geen
enkel hartslagsignaal wordt
weergegeven, wordt er op het scherm
“E 3” getoond. Controleer of u beide
handen over de sensoren (R) op het
stuur, Fig.5, heeft gelegd. Wanneer er
geen signaal binnen 5 seconden wordt
waargenomen, keert het beeldscherm
naar zijn vorige stand terug.
F. ODO-METER.-
Deze functie toont u de totale
geaccumuleerde afstand die hebt
afgelegd gedurende de oefeningen.
Als u de totale afgelegde afstand (ODO)
wilt resetten, haal het batterijkapje (A)
eraf, Fig.1, en verwijder een van de
batterijen om de monitor te deactiveren,
en herplaats vervolgens de batterij en
het kapje (A), Fig.1.
OPMERKING:
De functie ODO zal automatisch
gereset worden telkens als de oude
batterijen door nieuwe vervangen
worden.
INSTRUCTIES GEBRUIK
HANDGRIP:
(HARTSLAG).
De hartslag van dit model wordt
gemeten door beide handen over de
sensoren (R), die zich op het stuur
bevinden, te leggen, zoals wordt
getoond in Fig.5.
Wanneer u beide handen op de
sensoren heeft gelegd, begint het
hartje, rechts in het scherm van de
monitor, aangeduid door PULSE, te
knipperen en na enkele seconden
verschijnt de waarde van uw hartslag.
Wanneer u uw beide handen niet
correct op de sensoren heeft gelegd,
zoals getoond in Fig.5, functioneert de
hartslagmeting niet.
Wanneer er een “0” in het scherm
verschijnt of het hartje niet knippert,
controleer dan of u uw handen juist op
de sensoren heeft gelegd en of de
connectoren (54a) en (54)
aangesloten zijn op de achterkant van
het elektronisch gedeelte.
PROBLEEMOPLOSSER.-
Probleem: De display licht op en
alleen de functie Tijd functioneert.
Oplossing:
a.- Controleer of de verbindingskabel
juist is aangesloten.
Probleem: De display licht niet op of
de segmenten in de display worden
slecht weergegeven.
Oplossing:
a.-Controleer of de batterijen correct
geplaatst zijn.
b.-Controleer of de batterijen geladen
zijn.
c.-Wanneer ze onvoldoende geladen
zijn, vervang ze dan onmiddellijk.