23
➩ Open de glazen koffiekan ቨ en het waterreservoir.
➩ Spoel het waterreservoir en de glazen kan grondig om met leidingwater.
➩ Vul de glazen kan met één liter leidingwater.
➩ Schenk het leidingwater volledig in het waterreservoir (afbeelding C).
➩ Plaats de lege glazen kan op het verwarmingsplaatje.
➩ Zet het koffiezetapparaat aan en wacht tot het water volledig is doorgelopen.
➩ Maak de glazen kan leeg.
➩ Zet het koffiezetapparaat uit met een druk op de stroomschakelaar…
het stroomlampje moet uit zijn.
U kunt het koffiezetapparaat nu gebruiken voor het zetten van gemalen koffie.
Filterkoffie in het apparaat doen
➩ Draai de filterhouder ቢ opzij (afbeelding D).
➩ Doe een geopend filterzakje (grootte 4) in de filterhouder.
➩ Schep gemalen koffie in het filterzakje.
Vul het filter met ong. één afgestreken maatlepel gemalen koffie per klein
kopje filterkoffie. Vul het filter met ong. één volle, niet-afgestreken maatlepel
gemalen koffie per grote kop filterkoffie. Moet de filterkoffie minder sterk zijn,
dan kunt u de hoeveelheid gemalen koffie per kopje verminderen.
➩ Sluit de filterhouder.
Water in het reservoir schenken
➩ Open het deksel van het waterreservoir ቩ.
➩ Vul de glazen kan ቨ met leidingwater.
➩ Giet het leidingwater, overeenkomend met de gewenste hoeveelheid filter-
koffie, in het waterreservoir (afbeelding C).
Aan- en uitzetten
➩ Om het koffiezetapparaat aan te zetten, drukt u onder aan het apparaat op
de stroomschakelaar ቦ, zodat het stroomlampje rood gaat branden.
➩ Om het koffiezetapparaat uit te zetten, drukt u onder aan het apparaat op de
stroomschakelaar, zodat het stroomlampje uitgaat.
➩ Haal daarna de netstekker uit het stopcontact.