46
Gebruikershandleiding
Als u de inhoud van een cel wilt weergeven, drukt u op
de toets Space.
Als u wilt inzoomen op een afbeelding, drukt u op 3.
Als u wilt blijven inzoomen op een afbeelding, houdt u
de Shift-toets ingedrukt en gebruikt u het draaiwiel.
Als u wilt uitzoomen op een afbeelding, drukt u op 9.
Als u wilt blijven uitzoomen op een afbeelding, houdt
u de Shift-toets ingedrukt en gebruikt u het draaiwiel.
Als u naar de oorspronkelijk afbeeldingsgrootte wilt
gaan, drukt u op 5.
Als u een afbeelding wilt roteren, drukt u op de punt
(.).
Als u de volgende dia in een presentatie wilt bekijken,
drukt u op 6.
Als u de vorige dia in een presentatie wilt bekijken,
drukt u op 4.
Als u een presentatie als diavoorstelling wilt bekijken,
drukt u op het vraagteken (?).
Als u een diavoorstelling wilt stoppen, houdt u de
sluitknop ingedrukt.
Als u tussen presentatieweergaven wilt wisselen, druk
u in een presentatie op de symbooltoets.