• Als u naar een bepaalde cel wilt gaan, drukt u op G.
• Om de inhoud van een cel weer te geven, drukt u op de Space-toets.
• U kunt naar een ander werkblad gaan door op V te drukken. Markeer een werkblad. Druk op de Enter-toets.
• Als u kolommen of rijen wilt weergeven die standaard zijn verborgen, drukt u op H. Als u deze kolommen of rijen weer wilt verbergen, drukt
u opnieuw op H.
In een presentatie
• Druk op M als u tussen presentatieweergaven wilt schakelen.
• Als u naar de volgende dia wilt gaan tijdens het weergeven van een presentatie in een diavoorstelling, drukt u op N.
• Als u naar de vorige dia wilt gaan tijdens het weergeven van een presentatie in een diavoorstelling, drukt u op P.
• Druk op G om naar de laatste cursorpositie te gaan na het sluiten en opnieuw openen van een presentatie die u in de tekstweergave of
tekst- en diaweergave bekijkt.
Sneltoetsen voor media
Afhankelijk van de invoertaal die u gebruikt, zijn bepaalde sneltoetsen mogelijk niet beschikbaar.
Audio- en videobestanden
• Om het afspelen van een audio- of videobestand te pauzeren, drukt u op de toets Afspelen/Pauze/Dempen boven op het BlackBerry®-
toestel. Druk opnieuw op de toets Afspelen/Pauze/Dempen als u het afspelen van een audio- of videobestand wilt hervatten.
• Houd de toets Luider rechts op uw toestel ingedrukt als u een hoofdtelefoon gebruikt en u de functie voor audioversterking wilt inschakelen
om het volume voor muzieknummers, beltonen en video's te versterken.
Afbeeldingen
U dient eerst in te zoomen voordat u een afbeelding kunt verschuiven.
• Om in te zoomen op een foto drukt u op 3. Om naar de oorspronkelijke afbeeldingsgrootte te gaan drukt u op 7.
• Om uit te zoomen op een foto drukt u op 9. Om naar de oorspronkelijke afbeeldingsgrootte te gaan drukt u op 7.
• Om een foto omhoog te verschuiven drukt u op 2.
• Om een foto omlaag te verschuiven drukt u op 8.
• Om een foto naar rechts te verschuiven drukt u op 6.
• Om een foto naar links te verschuiven drukt u op 4.
• Om naar het midden van een foto terug te keren drukt u op 5.
• Om een afbeelding te draaien drukt u op L.
• Om een afbeelding aan het scherm aan te passen drukt u op 1.
Camera en videocamera
• Om in te zoomen op een voorwerp voordat u een foto maakt, drukt u op de toets Luider.
• Om uit te zoomen op een voorwerp voordat u een foto maakt, drukt u op de toets Zachter.
• Om een foto te maken drukt u op de sneltoets aan de rechterkant.
• Om de standaardflitsmodus voor een foto te wijzigen (als deze beschikbaar is) of om weinig licht voor een video te gebruiken, drukt u op
de spatietoets.
Gebruikershandleiding
Sneltoetsen
20
