6. Druk op de menutoets.
7. Klik op Bewerken.
8. Wijzig de informatie over de verbinding voor een certificaatserver.
9. Druk op de menutoets.
10. Klik op Opslaan.
Verbindingsopties voor LDAP- en DSML-certificaatservers
Beschrijvende naam:
typ een weergavenaam voor de certificaatserver.
Servernaam:
typ het netwerkadres van de certificaatserver.
Basisquery:
typ de informatie voor de basisquery voor de certificaatserver met behulp van de X.509-certificaatsyntaxis (bijvoorbeeld o=test.rim.net).
Poort:
typ het poortnummer voor het netwerk van uw organisatie. Het standaardpoortnummer is 389.
Verificatietype:
geef op of u zich moet aanmelden op de certificaatserver.
Verbindingstype:
geef op of uw BlackBerry®-toestel een SSL-verbinding of een TLS-verbinding gebruikt om verbinding te maken met de certificaatserver.
Verbindingsopties voor OCSP- en CRL-servers
Beschrijvende naam:
typ een weergavenaam voor de certificaatserver.
URL van server:
typ het webadres van de certificaatserver.
Informatie over de verbinding voor een certificaatserver verzenden
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Beveiligingsopties.
3. Klik op Geavanceerde beveiligingsopties.
4. Klik op Certificaatservers.
5. Markeer een certificaatserver.
6. Druk op de menutoets.
Gebruikershandleiding
Beveiliging
272