3 GEBRUIK
3.1 WAARSCHUWINGEN
Uw apparaat is CE-gemarkeerd. Bij het gebruik van het apparaat moeten alle nationale en lokale
voorschriften en Europese normen in acht worden genomen.
Het mag niet worden gebruikt door kinderen, mensen met verminderde mentale of lichamelijke
capaciteiten, mensen die de gebruiksaanwijzing en het onderhoud in deze handleiding niet
hebben gelezen.
De brander moet zelfs met een geprogrammeerde ontsteking schoon zijn. Gebrek aan
onderhoud vermindert de levensduur van de ontsteker.
Voor elk gebruik moet de brander schoon en goed gepositioneerd zijn in de behuizing. In de
brander moeten geen deposito's of pellets aanwezig zijn. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan leiden tot de vorming van rook en gas met explosiegevaar.
Controleer vóór elk gebruik of de aslades schoon en strak zijn en of de brandwerende deur
gesloten is. Tijdens het gebruik moet de deur van de open haard altijd gesloten blijven. Het is
absoluut verboden om de deur te openen tijdens het gebruik.
De rookgasafvoer en het apparaat zelf kunnen hoge temperaturen bereiken: raak ze niet aan.
Stel jezelf niet lange tijd bloot aan hete lucht en oververhit de ruimte waar het apparaat is
geïnstalleerd niet.
Stel planten of dieren niet rechtstreeks bloot aan de hete luchtstroom.
Gebruik geen extern element om het apparaat te ontsteken: de ontsteking moet automatisch
zijn, zoals bedoeld en aangegeven in deze installatie, gebruiks-en onderhoudshandleiding.
Het apparaat niet nat of elektrische onderdelen niet met natte handen benaderen.
Giet geen pellets of ander materiaal rechtstreeks in de brander.
Plaats geen ontvlambare of brandbaar voorwerpen rond de kachel.
Gebruik het product niet om kleren te drogen.
Haal het apparaat nooit uit het stopcontact en/of schakel het apparaat niet uit met de
hoofdschakelaar tijdens het gebruik, omdat dit kan leiden tot de vorming van rook en gas met
explosiegevaar.
Schakel in geval van een schoorsteenbrand het apparaat uit en open de deur nooit.
Onmiddellijk de bevoegde autoriteiten bellen.
3.2 PELLETBELADING
Het laadcompartiment bevindt zich op de bovenkant van de kachel. De maximale laadcapaciteit van de tank
varieert naargelang de soortelijke zwaarte van de pellets.
Zorg ervoor dat u geen pellets in de inwendige delen van het apparaat laat vallen..
Het laden kan worden gedaan zelfs wanneer de kachel werkt,
echter, als de vijzel, aanwezig aan de onderkant van de tank,
in beweging komt zal de zone rond de tank behoorlijk warm
zijn, de laad werking van de tank moet met zorg en
voorzichtigheid worden uitgevoerd.
Tijdens periodes van niet-gebruik en eenmaal per maand,
leeg de tank volledig en reinig het gebied van de vijzel met
een stofzuiger. Start een handmatige laad fase om de vijzel
te vullen. Wanneer pellets beginnen te vallen in de brander,
deactiveer de functie en leeg de brander alvorens het
apparaat in te schakelen. Deze functie is alleen toegankelijk
wanneer de kachel is uitgeschakeld (zie 3,5).