7
8 622 403 272
Aanwijzingen voor de veiligheid
V oorschriften voor inbouw en aansluiting
De stroomkabel van de versterker moet maximaal 30 cm van de accu
worden voorzien van een zekering om de auto-accu te beschermen bij
kortsluiting tussen de vermogensversterker en de accu. De zekering
van de versterker beschermt alleen de versterker zelf, niet de accu.
V oor de duur van de montage en de aansluiting moet de minpool
van de accu worden losgekoppeld.
Hierbij moeten de veiligheidsvoorschriften van de autofabrikant (airbag,
alarminstallaties, boordcomputer , wegrijblokkering) worden opgevolgd.
Met het oog op gevaar voor ongelukken moet de eindtrap professioneel
worden bevestigd. Het montage-oppervlak moet geschikt zijn voor de
meegeleverde schroeven en een stevige ondergrond bieden. Bij het
boren van gaten dient u erop te letten dat er geen onderdelen van de
auto (accu, kabels, zekeringkast) beschadigd raken.
De versterker wordt op een geschikte plaats gemonteerd, bv . onder de
stoel of in de kofferruimte (fig 1).
Bij de keuze van de plaats van inbouw moet een droge plaats worden
gekozen waar voldoende ventilatie voor de koeling van de versterker
gegarandeerd is. Gebruik kabeldoorvoeringen bij gaten met scherpe
randen. Gebruik luidsprekers met een impedantie van 2 tot 4 Ohm (Zie
tabel resp. inbouwtekening). Let op de maximale belastbaarheid (mu-
ziekvermogen). Leg de luidsprekers niet aan aarde en gebruik alleen
de aangegeven klemmen. De doorsnede van de plus- en minkabel mag
niet kleiner zijn dan 6mm
2
.
Versterker GTA 5000
De versterker is geschikt voor aansluiting op autoradio’s met cinch-aan-
sluiting. Gebruik voor de aansluiting op autoradio’s met ISO-aansluiting
een Blaupunkt ISO-cinch-adapter (7 607 893 093 / 7 607 855 094).
Possibili applicazioni e collegamento degli altoparlanti:
Max Power 4 x 80 W att + 1 x 220 Watt / 4 Ω Fig. 3
Max Power 2 x 80 W att + 2 x 220 Watt / 4 Ω Fig. 4
Max Power 3 x 220 W att 4 Ω Fig. 5
RMS Power 4 x 35 W att + 1 x 1 10 Watt / 4 Ω Fig. 3
RMS Power 2 x 35 W att + 2 x 1 10 Watt / 4 Ω Fig. 4
RMS Power 3 x 1 10 W att 4 Ω Fig. 5
Frequentiebereik 10 Hz - 26.000 Hz
Signaal-ruis- > 80 dB
verhouding
Stabiliteit 2 Ohm
Ingangs- 0,3 - 8 V
gevoeligheid
Hoogdoorlaatfilter 40 - 600 Hz
(High Pass)
Laagdoorlaatfilter 40 - 600 Hz
(Low Pass)
Afmetingen
b x h x d (mm) 390 x 57 x 243
Plus-/minaansluiting
Wij bevelen een minimale doorsnede van 6 mm
2
aan. Leg een in de
handel verkrijgbare pluskabel naar de accu en sluit deze aan via een
zekeringhouder . Gebruik kabeldoorvoeringen bij gaten met scherpe ran-
den. Schroef een in de handel verkrijgbare minkabel stevig vast op een
storingsvrij massapunt (carrosserieschroef, plaatstaal van de carrosse-
rie - niet aan de minpool van de accu). Kras het metaal op het contact-
oppervlak van het massapunt blank en vet het in met grafietvet.
Geïntegreerde zekeringen (Fuse)
De in de versterker geïntegreerde zekeringen (Fuse) beschermen de
eindtrap en het gehele elektrische systeem in geval van fouten. Over-
brug nooit zekeringen wanneer u een reservezekering plaatst en ver-
vang ze nooit door typen met een hoger ampèrage.
Aansluitvoorbeelden
Aansluiting van de voeding ......................................................... Fig. 2
Aansluiting op autoradio‘s met cinch-uitgang .............................. fig. 3
V oorbeelden van aansluiting van de luidsprekers ................... Fig. 3-5
+12V
Remote-aansluiting van de versterker verbinden met
schakelbare 12 V olts-spanningsbron
Op deze manier kan de versterker via de aan-/uitschakelaar van de
radio worden in- en uitgeschakeld.
Level-regelaar
Met behulp van de Level-regelaar kan de ingangsgevoeligheid van de
eindtrap worden aangepast aan de uitgangsspanning van de voorver-
sterkeruitgang van uw autoradio. Het instelbereik verloopt van 0,3 tot
8 V olt. Wanneer een autoradio van een andere fabrikant wordt aange-
sloten, moet de ingangsgevoeligheid worden aangepast in overeenstem-
ming met de gegevens van de fabrikant.
Nog enkele belangrijke aanwijzingen hierbij: W anneer de regelaar
met de klok mee wordt gedraaid, wordt de ingangsgevoeligheid van de
versterker , en daarmee het volume, groter . Het betreft hier echter geen
volumeregeling. In de eindpositie wordt geen hoger vermogen van de
versterker bereikt, ook al klinkt dit aanvankelijk wel zo. Het volume wordt
alleen sneller verhoogd wanneer de volumeregelaar van de radio hoger
wordt gezet.
Luidsprekeraansluitingen
(In het geval dat de versterker in brug moet worden geschakeld, begint
u hier direct met de paragraaf „Overbrugde luidsprekeraansluiting“.)
Zoals bij iedere audiocomponent is de correcte polariteit van versterker
en luidsprekers van essentieel belang voor een goede basweergave.
Daarom moet er bij het aansluiten op worden gelet dat de positieve (+)
aansluiting van de versterker met de positieve (+) aansluiting van de
luidsprekers wordt verbonden. V oor de negatieve aansluitingen geldt
hetzelfde. Bovendien moet het linker versterkerkanaal met de linker luid-
spreker en het rechter versterkerkanaal met de rechter luidspreker wor-
den verbonden.
Overbrugde luidsprekeraansluiting
De GT A-versterker kan voor een mono-configuratie ook in brug worden
geschakeld. Op deze manier kan de versterker voor één of meer sub-
woofers, resp. een middentonenluidspreker worden gebruikt. In deze
configuratie voegt de versterker het rechter- en het linkerkanaal samen
tot een eenkanaals(mono-)uitgang.
Let op: De versterker kan de rechter- en de linkersignalen alleen sa-
menvoegen wanneer zowel de rechter als de linker RCA-aansluiting is
uitgevoerd.
A TTENTIE: In brugschakeling moet de impedantie 4 Ohm of meer
bedragen. Een lage belasting leidt tot oververhitting of uitschake-
ling van de versterker en kan permanente schade veroorzaken.
INPUT - SUB SELECTOR-MODE
CH 1+2,CH 3+4: om de GT A 5000-versterker te gebruiken voor vierka-
naalsweergave (stereo voor / achter). Alle vier de ingangen moeten hier-
voor op het bronapparaat (autoradio) zijn aangesloten.
CH 1+2: om de GT A 5000-versterker te gebruiken voor vierkanaals-
weergave (stereo) met twee ingangssignalen. De ingangen CH1 en CH2
moeten hierbij worden gebruikt. De gebruikelijke Y -kabel kan bij deze
instelling vervallen.
Aard en omvang van de frequentie-overgangen instellen
Bij de GT A 5000 kan de aard van de frequentie-overgang (d.w .z. „high
pass“ of „low pass“) en de gewenste aanvangsfrequentie worden inge-
steld. Wanneer bv . een paar subwoofers moet worden aangesloten,
zijn de in fig. — afgebeelde „low pass“-instellingen vereist. De aanvangs-
frequentie is afhankelijk van het frequentiebereik van de luidsprekers
(zie aanbevolen frequentiebereik van de luidsprekers).
„High pass“-frequentieregeling
Deze regelaar is actief indien de schakelaar zich in de „Hi-Pass“-stand
bevindt, en maakt de instelling van de gewenste aanvangsfrequentie
mogelijk. V oorbeeld: Bij een instelling van 40 Hz heeft de versterker
een frequentiebereik van 40 Hz tot 26.000 Hz.
„Low pass“-frequentieregeling
Deze regelaar is actief indien de schakelaar zich in de „Low-Pass“-stand
bevindt, en maakt de instelling van de gewenste aanvangsfrequentie
mogelijk. V oorbeeld: Bij een instelling van 40 Hz heeft de versterker
een frequentiebereik van 10 Hz tot 40 Hz.
Aanduiding bedrijfstoestand (POWER / PROTECT)
Groen lampje: eindtrap aan, reguliere bedrijfstoestand;
Rood lampje: eindtrap is elektronisch uitgeschakeld omdat een storing
is opgetreden.
Wijzigingen voorbehouden!