3.0 Kalibratie – vervolg
De pH kalibreren
Reinig de punt van de pH-probe.
Zie vak 6.0 (de pH-probe moet niet worden gereinigd
voordat hij voor het eerst wordt gebruikt).
pH 7.0-kalibratie
a) Schakel de pH-meter in. Spoel de punt van
de pH-probe grondig in schoon water, schud
overtollig water eraf en plaats hem in een pH
7.0-kalibratievloeistof. Wacht minstens 1 minuut
of langer indien nodig totdat de meting zich op een
constante waarde stabiliseert.
b) Druk langdurig op de ‘calibrate’ (kalibreren)-toets. Laat
de toets los wanneer CAL op het display verschijnt.
pH 7-indicatie verschijnt om
een geslaagde pH 7-kalibratie
aan te duiden.
De pH 4-indicatie knippert nu
om aan te duiden dat een kalibratie
pH 4.0 of pH 10.0 nu nodig is.
c) Als tijdens het kalibratieproces de melding Err
verschijnt, zie vak 9.
d) De pH-meter moet op twee punten worden
gekalibreerd. Als de pH-meter na een uur niet
is gekalibreerd met een tweede kalibratiepunt
verdwijnen de kalibratie-indicaties en komt de
pH-meter terug in een niet-gekalibreerde status.
Kalibratie is vereist.
pH 4.0/10.0 kalibratie
a) Spoel de punt van de pH-probe grondig af in schoon
water, schud overtollig water eraf en plaats de pH-
probe dan in een kalibratieoplossing voor pH 4.0 of
pH 10.0.
b) Wacht minstens 1 minuut totdat de meting zich op
een constante waarde stabiliseert.
c) Houd de ‘pH/calibrate’-toets (‘pH/kalibreren’-toets)
langdurig ingedrukt. Laat de toets los wanneer CAL
op het display verschijnt.
Op het display verschijnt
pH7/pH4
of pH7/pH10
d) De pH-meter is nu gekalibreerd en klaar voor gebruik.
e) Na 30 dagen verdwijnen de kalibratie-indicaties als
teken dat een kalibratie nodig is.
De pH-probe opbergen
Voeg voldoende Bluelab pH Probe KCl Storage Solution
aan de beschermdop van de probe toe om de punt
van de pH-probe volledig onder te dompelen. Plaats de
beschermdop op de probe.