Ingebruikname
Overzicht van de bedieningselementen
• Steek de verbindingskop van de zuigslang (7) in de slangaansluiting (6) totdat
deze mechanisch inklikt. Druk hiervoor tegelijkertijd de toetsen in. Druk opnieuw
de toetsen in aan de verbindingskop om de slang weer te verwijderen.
• Houd de toetsen ingedrukt en trek dan de slang eruit.
• Steek de 2-delige zuigstang (10) in elkaar en steek dit vervolgens op de hand-
greep.
• Monteer het vloermondstuk (11) of het toebehoren.
Bediening van het apparaat
1. Rol de benodigde kabellengte (1) af.
2. Steek de steker in een correct gemonteerde en geaarde contactdoos 230 V,
50 Hz en schakel het apparaat in met de AAN/UIT-schakelaar (2).
3. Zuig nu met gelijkmatige snelheid. U hoeft geen druk uit te oefenen.
4. Opmerking: let erop dat de kabel slechts een beperkte reikwijdte heeft!
Oprolvoorziening voor netkabel:
Trek de netkabel (1) maximaal uit tot de gele markering. Trek de netkabel in geen
geval uit tot de rode markering, omdat daardoor de kabeloprolling beschadigd kan
worden. Dergelijke schade valt niet onder de garantieverlening.
Oprollen:
Druk op de toets (4) voor de kabeloprolling en voer de kabel met u mee. Houd de
kabel vast zodat hij niet rondslingert.
Hulpmondstuk:
Het hulpmondstuk vindt u beneden de oprolinrichting voor de netkabel of de uitlaat-
filter.
10
NL
1 Kabel
2 Aan-/uitschakelaar
3 Handvat
4 Toets voor kabeloprolling
5 Indicatie vulgraad van de stofzak
6 Slangaansluiting
7 Zuigslang
8 Handgreep voor het openen van
het stofvak
9 Stofvak
10 2-delige zuigbuis
11 Vloermondstuk
12 Haak aan de zuigstang, zonder afb.
13 Parkeerhulp, zonder afb.
Toebehoren:
„Twee-in-een“-mondstuk
(voegen- en borstelmondstuk)