7
Netkabel
Rol de benodigde kabellengte compleet van het bodemelement
van de basis af. Let op de geleiding van de netkabel.
Elektrische aansluiting
Controleer of de netspanning die u wilt gebruiken, overeen-
stemt met die van het apparaat. De gegevens m.b.t. de span-
ning staan vermeld op het typeplaatje op de basis.
Aansluitwaarde
Het apparaat kan maximaal een vermogen van 2200 W
opnemen. Bij een dergelijke aansluitwaarde is het raadzaam, te
voorzien in een gescheiden toevoer met een zekering via een
16 A veiligheidsschakelaar voor huishoudelijk gebruik.
LET OP: OVERBELASTING!
• Wanneer u verlengsnoeren gebruikt, moeten deze
minimaal een diameter van 1,5 mm² hebben.
• Gebruik géén meervoudige contactdozen omdat dit ap-
paraat te veel vermogen heeft.
In-/uitschakelen
Inschakelen: Druk de tuimelschakelaar naar beneden. Het
controlelampje in de schakelaar brandt.
Uitschakelen: Druk de tuimelschakelaar naar boven. Het
controlelampje in de schakelaar dooft.
Bediening
OPMERKING:
• Gebruik altijd vers water.
• Het water niet gebruiken als het meer dan een uur in de
ketel is geweest.
• Afgekoeld water niet herhaaldelijk opwarmen.
• Water dat lang in de ketel heeft gezeten altijd weggooien.
1. Plaats het apparaat op een vlakke ondergrond.
2. Druk op de knop op de hendel om de ketel te openen.
3. Vul de waterkoker met water (max. 1,7 liter). U kunt het wa-
terpeil aan de waterpeilindicatie van het apparaat aezen.
4. Sluit het deksel.
5. Plaats de waterkoker goed sluitend op de basis.
6. Sluit het apparaat alleen aan op een volgens de voorschrif-
ten geïnstalleerd 230 V~, 50 Hz geaard stopcontact.
7. Schakel het apparaat in met de schakelaar. Het rode
controlelampje op de schakelaar licht op.
Kookproces beëindigen/onderbreken
U kunt het kookproces op twee manieren beëindigen/onderbre-
ken:
a) Het apparaat schakelt na het kookproces automatisch uit.
b) Druk de schakelaar naar boven om het koken te onderbre-
ken of te stoppen.
Het rode controlelampje op de schakelaar gaat uit.
LET OP:
• Neem het apparaat pas van de basis als u het tevoren
hebt uitgeschakeld. Zolang de schakelaar naar beneden
staat, is de ketel aan.
• Schakel het apparaat altijd uit voordat u het van de basis
neemt! Let ook op dat het apparaat uitgeschakeld is
voordat u het op de basis terugzet!
WAARSCHUWING:GEVAARVOORVERBRANDING!
• Houd het deksel tijdens het uitgieten gesloten.
• De behuizing wordt heet tijdens het bedrijf, raak ze niet
aan en laat het apparaat afkoelen voordat u het weg-
ruimt.
• Trek de apparaatsteker uit de contactdoos.
• Leeg het waterreservoir.
Oprolinrichting voor netkabel
De netkabel kunt u aan het bodemelement oprollen.
Reiniging
WAARSCHUWING:
• Schakel het apparaat vóór de reiniging altijd uit en trek de
netsteker uit de contactdoos. Wacht totdat het apparaat
volledig is afgekoeld.
• Dompel het apparaat en de basis nooit onder in water of
andere vloeistoffen.
LET OP:
• Gebruik géén draadborstel of andere schurende voor-
werpen.
• Gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen.
• Spoel de watertank uit met schoon water. Droog hem af
met een doek.
• Reinig de behuizing na het gebruik met een vochtige doek.
• Het permanente lter bevindt zich in de tuitopening. Om
het lter te reinigen opent u de klep en trekt u het lter naar
buiten. Het lter spoelen met stromend water. Indien nodig,
reinigen met een nylon borsteltje. Het lter weer terugplaat-
sen. Gebruik hiervoor de geleiders aan de binnenkant van
de ketel.
Ontkalking
• De intervallen tussen de ontkalkingen zijn afhankelijk van
de hardheidsgraad van het water en van de gebruiksfre-
quentie.
• Schakelt het apparaat uit, voordat het water kookt, dan is
het noodzakelijk het apparaat eerder te ontkalken.
• Gebruik a.u.b. geen azijn, maar een in de handel gebrui-
kelijk ntkalkingsmiddel op citroenzuurbasis. Doseer a.u.b.
conform de gebruiksaanwijzing.